- 18 -
het moet toch maar gehaald kunnen worden en het is heel belangrijk, dat
dat nu weer gebeurd is. Zij maakt daarvoor haar complimenten.
Raadslid Hofland maakt een compliment aan de ambtenaren, die ervoor
gezorgd hebben dat de rekening geheel volgens de gemeentelijke compta-
biliteitsvoorschriften een getrouw beeld geeft van de financiële
positie op 31 december 1992 en van de baten en lasten over dat jaar.
Raadslid Adriaansen sluit zich hierbij volledig aan en zegt, dat
vroeger de jaarrekening altijd jaren achterop liep bij het trendjaar en
daardoor nooit de interesse van de gemeenteraad had, omdat die rekening
zulk oud nieuws was. Toch heeft hij een beetje een onbehaaglijk gevoel,
omdat men eigenlijk te weinig aandacht kan schenken aan de jaarrekening
als zodanig en niet toekomt aan discussies omtrent doelmatigheid: wat
is er het afgelopen jaar gedaan. Uiteraard zijn de uitgaven rechtmatig
prima verlopen en het college heeft alles gedaan wat de raad heeft
gevraagd, niets dan lof daarvoor, maar toch zou er een formule moeten
worden gevonden om de jaarrekening te behandelen. Er wordt altijd veel
aandacht besteed aan de begroting, maar niet aan de jaarrekening. En
daar heeft hij wat moeite mee. Hij heeft dit in de commissie al eens
opgeworpen en nu de jaarrekening zo snel na het betreffende dienstjaar
volgt, zou deze misschien wat beter kunnen worden behandeld.
De voorzitter dankt voor alle toegezwaaide lof; de ambtenaren hebben er
inderdaad heel hard aan gewerkt om alles op tijd klaar te hebben. Hij
zal nogmaals de complimenten aan hen overbrengen.
Zoals raadslid Brounts zei, het was kort na de datum, maar eigenlijk
had de jaarrekening - letterlijk - gisteren klaar moeten zijn, want 15
september is de dag waarop de jaarrekening van het jaar ervoor klaar
moet zijn. Dus wat dat betreft zit men nu nog steeds een dag in
blessuretijd, maar wanneer bijvoorbeeld de raadsvergadering volgend
jaar gepland kan worden op de 15e, dan zit men precies op schema.
Spreker is van mening, dat niet alleen de ambtenaren, maar ook het
college recht heeft op een compliment, zo zegt hij tot raadslid
Hofland, die belooft, dat hij het volgend jaar ook het college zal
noemen
Tot raadslid Adriaansen zegt hij, dat het moeilijk zal zijn om voor de
behandeling van de jaarrekening een formule te vinden, met name ook,
omdat een raad geen dubbel werk moet doen; de accountant beoordeelt
eveneens op doelmatigheid en rechtmatigheid en is de eerst-aangewezene
om de raad op het spoor te zetten als er iets mis zou zijn met de
doelmatigheid. En aangezien dat niet in de rapportage voorkomt moet
worden voorkomen dat er dubbel werk wordt gedaan. Daarover moet nog
maar eens van gedachten worden gewisseld.
In de tweede termijn zegt raadslid Braat. dat hij naar raadslid
Adriaansen heeft geluisterd, maar dat hij niet goed de praktische
uitvoerbaarheid van zijn opmerkingen ziet. Als je als raad het hele
jaar door de cijfers mee beoordeelt en het dagelijks bestuur is gedele
geerd aan het college van burgemeester en wethouders en de posten
worden het hele jaar door zo precies mogelijk bekeken, hetgeen resul
teert in de begroting etc., dan weet spreker niet zo goed waarom de
raad bij al het werk dat er al is, daarop nog een extra controle op uit
zou moeten oefenen. De opmerking van het raadslid is op zich natuurlijk
zeer waardevol, maar de uitvoerbaarheid ziet hij eerlijk gezegd nul, of
iets wat daar zeer dichtbij ligt.
Raadslid Adriaansen haalt de discussie van hedenavond aan over het
groen. Als die discussie nu bij de behandeling van de jaarrekening was
betrokken, dan was die daar 100 procent op zijn plaats gekomen. De
fracties hebben toch in feite kritiek geuit op het onderhoud van het
groen en gezegd, dat dat toch eigenlijk veel kost. En is het dan fraai,
om nu dan nog te vragen: krijgen we wel voldoende waar voor ons geld?
Het behoeven maar kernpunten te zijn; het gaat hem niet om het feit dat
de controle van het accountantskantoor over zou moeten worden gedaan.
Hij heeft nog nooit gemerkt dat enig accountantskantoor een oordeel
geeft over doelmatigheid van beleid, want daarvoor zullen ze waar
schijnlijk ook geen opdracht hebben. En voor zo'n discussie als
bijvoorbeeld over het groen (maar zo kun je nog meer voorbeelden
hebben) zou men toch tijd moeten nemen in de gemeenteraad. Hij heeft
uiteraard hiervoor geen panklare oplossingen voorhanden, maar toch
denkt hij, dat de comptabiliteitsvoorschriften straks van het college
zullen verlangen, dat daar meer aandacht aan zal worden besteed, omdat
Gedeputeerde Staten niet voor niets hebben geëist, dat de jaarrekenin
gen snel moeten worden ingelopen. Dat gebeurt hier in de gemeente ook,