- 8 -
Raadslid Van Hasselt-Blankers heeft haar informatie van iemand uit de
seniorenraad. En die vergadering is gehouden na de commissievergade
ring en daar zijn die bedragen gevallen; maar zij denkt niet, dat ze zo
hoog zullen worden. Toch hoopt zij, dat daar iets aan gedaan wordt.
Daarnaast wil zij graag weten, wat de wethouder bedoelt met "niet zo
hoog". Nu zijn de kosten 8,maar een verhoging naar 15,is ook
nog knap fors; daarom wil zij dat daar goed naar gekeken wordt.
Wethouder Prince zegt dat toe; dat zal in goed overleg met de senioren
raad en de Stichting Welzijn Ouderen gebeuren. Hij was er niet van op
de hoogte, dat de vergadering van de seniorenraad heeft plaatsgehad en
hij hoopt in goed overleg hier uit te komen.
Raadslid Van Hasselt-Blankers vraagt nogmaals of het college kan zeggen
hoe hoog die bedragen dan zullen worden, of dat de gemeente wellicht
een bijdrage gaat leveren.
Wethouder Prince zal daarover in eerste instantie met de seniorenraad
moeten spreken. Als door de geplande verhogingen het budget erg hoog
wordt, dan komt het college daarmee naar de raad toe.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
10Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan "Buitengebied,
herziening 1990".
Raadslid Brounts merkt op, dat ook een herziening van een bestemmings
plan altijd heel belangrijk is, omdat het juist voor Teteringen van
belang is om de buitengebieden en de bestemmingsplannen actueel te
houden. Hierbij moet zij het laten, want er is al zo dikwijls over
gesproken, dat er niet veel nieuws meer over is te zeggen. De zaak ligt
duidelijk en de Partij van de Arbeid wil het college-advies volgen om
de bezwaarschriften ongegrond te verklaren.
Raadslid Van Hooiidonk-Riiken zegt dat men met een bestemmingsplan
buitengebied eigenlijk continu bezig is. Enerzijds door onthouding van
goedkeuring op onderdelen van het plan door een Gedeputeerde Staten- of
Kroon-beroep, anderzijds door actualisering van de feitelijke situatie
ter plekke, of verandering van de provinciale regelgeving. In het
buitengebied staat al lang niet meer alleen de agrarische bedrijfsvoe
ring centraal. Maar de ongerustheid onder die bevolkingsgroep is er
niet minder om. Twee bezwaarschriften tegen verandering van het
bestemmingsplan zijn binnengekomen, beide meer ingegeven door angst
voor hinder of milieuoverlast dan wel, dat een woning de bestemming
woning-A bebouwing) krijgt, evenals andere woningen in de directe
omgeving die deze status sinds 1983 hebben. Vandaar dat de Dorpsgemeen
schap het collegevoorstel kan volgen om de bezwaarschriften ongegrond
te verklaren.
Bij de toegevoegde uitdrukking "bebouwingslint e.g. cluster" tussen
Mortelweg en Blauwhoefsedreef kan zij zich voorstellen dat het enige
onrust oproept wanneer daar een agrarisch bedrijf wordt geëxploiteerd
met de vereiste hinderwet- of milieuvergunningen. Maar deze term is
alleen van belang voor de toepassing van splitsing van voormalige
boerderijen. Geldt deze mogelijkheid van splitsing alleen voor het
gebied tussen de Mortelweg en de Blauwhoefsedreefof voor het hele
buitengebied?
Waar denkt het college aan bij de term splitsing? In twee of in drie,
of een mogelijke bewoning van ieder bijgebouw dat er op een boerenerf
te vinden is? Dat zou voor haar fractie het woord "cluster" vertalen.
Maar dat zal zeker niet de bedoeling van de provinciale regelgeving
zijn en zeker ook niet bevorderlijk voor de leefbaarheid in het
buitengebied
Raadslid Adriaansen heeft hieraan weinig toe te voegen. Hij vindt de
vraag over splitsing van voormalige boerderijen ook interessant. Tot
hoe ver gaat dit?
De voorzitter beperkt zich tot de clusterbebouwing en de splitsing
daarin.
Om alle misverstanden weg te werken: zo'n cluster wil zeggen, dat in
bepaalde gebieden (dus niet het hele buitengebied), waar al redelijk
veel burgerbewoning voorkomt, de mogelijkheid bestaat om wat soepeler
op te treden ten aanzien van de verdere bebouwing die daar plaats
vindt. Dat wil zeggen, dat in een dergelijk gebied de wijzigingsbe
voegdheid gaat ontstaan voor het college van B W om tot splitsing van
een gebouw over te gaan. En splitsing betekent dan in principe: in