- 9 -
tweeën; volgens hem zijn er geen gebouwen waar splitsing in drieën
mogelijk is. Maar van geval tot geval wordt dat beoordeeld, gezien het
plan dat ingediend wordt en gezien de omvang van het complex waarover
wordt gesproken. En men praat dan over "de boerderij", en niet over de
bijgebouwen die verder in gebruik genomen kunnen worden. Bijgebouwen
blijven bijgebouwen; het gaat dus over het hoofdgebouw, gelegen in een
cluster, dus een zeer beperkt gebied, waar een wijzigingsbevoegdheid
ten aanzien van een splitsing van geval tot geval bekeken kan gaan
worden.
Raadslid Van Hooiidonk merkt op, dat je dan in een dorp natuurlijk een
verschil krijgt: waarom die groep precies wel, en waarom in de rest van
het buitengebied, waar zich zoiets net zo goed zou kunnen voordoen,
niet
Raadslid Adriaansen denkt dat men bij splitsing van een boerderij ervan
uit moet gaan om een gebouw te conserveren en daarmee de monumentale
waarde te behouden. Daarom moet daaraan toch vooraf een uitgangspunt
ten grondslag liggen. Het valt hem op: het zijn hele belangrijke,
subtiele dingen. Hij neemt aan dat de wijzigingsbevoegdheid van het
college bestaat op grond van het bestemmingsplan, maar hij zou zich
kunnen voorstellen dat deze zaken ook in een commissie R.O. besproken
zouden kunnen worden.
De voorzitter merkt op, dat het provinciaal beleid ten aanzien van het
buitengebied zeer conserverend is. Men wil met name de agrarische
bedrijfsvoering concentreren en burgerbewoning zo veel mogelijk
voorkomen. Maar vanwege de voortschrijdende ontwikkelingen, waardoor
vooral tegen de bebouwde kom aan, zoals bijvoorbeeld ook bij het
Hoeveneind, de burgerbewoning al redelijk veel heeft plaatsgevonden, is
daar een versoepeling van de regeling toegepast. Dat was ook de reden:
dicht tegen de bebouwde kom aan; burgerbewoning vindt daar al plaats,
daarom is dit alleen voor dit gebied voorbehouden en niet voor het hele
buitengebied. Het college heeft er geen probleem mee om een commissie
te informeren, als deze zaken zich voordoen, maar naar spreker zich
herinnert is een wijzigingsbevoedheid een b.en w.-bevoegdheid. En voor
zo'n wijziging moet een aantal procedurele stappen worden gezet, zodat
het al heel vreemd moet lopen wil zoiets zich onttrekken aan de
aandacht van de raad.
Raadslid Van Hooiidonk-Rj-iken wil best meegaan in het vaststellen van
dit bestemmingsplan, maar men moet zich toch realiseren, dat men zich
op zeer glad ijs begeeft wanneer dit voor een gedeelte van het buiten
gebied wèl zou kunnen en voor de rest niet. Zij is er niet voor, dat
het buitengebied maar helemaal moet worden volgestouwd met woningen, of
met splitsingen daarvan, maar de veranderingen doen zich op andere
plaatsen in de gemeente net zo veel voor als hier bij het Hoeveneind.
Bij nabuurgemeenten is zo'n splitsing ook mogelijk, al zit men wat
verder van het dorp af. Dus deze zaak stemt haar niet geheel en al
tevreden.
De voorzitter antwoordt in derde termijn, dat het college hierin zo ver
is gegaan als de mogelijkheden binnen het provinciaal beleid dit
toelieten. Hij is ervan overtuigd dat op dit moment - en agrarische
bedrijfsgebouwen zijn een heet hangijzer en discussiepunt, en waar dat
in de toekomst toe leidt kan hij niet voorspellen - het college geen
goedkeuring zou krijgen als deze wijzigingsbevoegdheid voor het
buitengebied nog verder zou worden uitgebreid (want waarom zou men dit
anders dan niet gedaan hebben)Een voorbeeld aanhalen van wat in
andere gemeenten gebeurt is altijd heel gevaarlijk, ten eerste omdat
dan niet geheel en al te beoordelen is hoe de feitelijke situatie daar
is en omdat zich daarnaast altijd de vraag voordoet of een andere
gemeente die dit wèl gedaan heeft niet tè soepel is geweest bij het
toepassen van de regels, waaruit later willicht moeilijkheden kunnen
ontstaan.
Regelmatig kan men in kranten en tijdschriften lezen, dat er in sommige
gemeenten dingen gebeuren, die niet zijn toegestaan (en overigens wel
gebeuren), waar dan ook een heleboel rumoer uit ontstaat. En het
gemeentebestuur van Teteringen wil zich - zoals altijd al is geschied -
zoveel mogelijk aan de bestaande regelgeving houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.