- 10 - Voorstel tot het vaststellen van een voorbereidinasbesluit ter gedeel telijke herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied 1983". Raadslid Brounts vindt, dat het erop lijkt dat dit een jaarlijks terugkerend gebeuren gaat worden en op zich is dat niet zo'n gunstig teken. Maar zij weet ook, dat niet het beleid van de gemeente hieraan debet is. Het bestemmingsplan is nu klaar, zo begrijpt zij, en er kan gestart worden als de grond verworven is. Hopelijk houdt het college de raad op de hoogte. Raadslid van Hooiidonk-Rijken heeft het nagekeken: het is de vierde keer dat de raad dit voorbereidingsbesluit neemt. Nu vraagt zij zich af: zijn er in dit gebied nog aanvragen voor vergunningen, of vergun ningen, die aangehouden zijn en waarover alsnog een beslissing moet worden genomen? Raadslid Adriaansen oordeelt, dat dit een herhaling van zetten is. Toch kan hij zich voorstellen, dat het gemeentebestuur hier inderdaad een bestemmingsplan wil gaan ontwikkelen, want anders ga je toch niet voor de vierde keer een zodanig besluit nemen. En evenals raadslid Brounts denkt hij, dat het bestemmingsplan nu gereed is en kennelijk wacht men nog ergens op. Waarom kan het college nog niet tot intiatieven komen om dit bestemmingsplan verder in procedure te brengen? De voorzitter vindt het op zich een goed teken, dat de raad nu voor de vierde keer dit besluit neemt, want daaruit blijkt, dat de plannen die er zijn en ook door het college worden ondersteund, nog steeds niet van de baan zijn. Als dit besluit niet was genomen, zou er iets wat het college eigenlijk na wilde streven opnieuw moeten worden begonnen, of het initiatief zou er niet meer zijn. Dus wat dat betreft kan men de zaak op zich ook positief benaderen. Er zijn in het afgelopen jaar geen vergunningen aangevraagd, er is niets aangehouden, er zijn dus ook geen problemen, antwoordt hij aan raadslid Van Hooijdonk-Rijken. Dit voorbereidingsbesluit kan dus weer opnieuw worden genomen voor een jaar, in de hoop - en de stellige verwachting - dat dit nu voor de laatste keer is, want voor een vijfde keer zou het vervelend worden. Maar (zoals raadslid Brounts al zei) het is niet geheel en al van de Teteringse activiteit afhankelijk. De gemeente heeft het initiatief genomen tot vestiging van een bedrijven terrein door een particulier en die heeft daarvoor medewerking ge vraagd, ook aan de raad, en die medewerking is verleend. Nu ontwikkelt zich die zaak veel langzamer dan gewenst, de zaak ligt nu min of meer panklaar en wanneer er overeenstemming is over een aantal zaken, dan kan dit in procedure worden gebracht. Hopelijk gebeurt dat nog dit jaar en hopelijk moet de zaak in het komend jaar niet worden afgeblazen, want dan zou een stukje beleid dat gezamenlijk is uitgestippeld niet gerealiseerd kunnen worden. En dat zou jammer zijn. Raadslid Adriaansen constateert dat men zit te wachten op een initia tief van derden. Hij kan zich voorstellen dat de gemeente op een gegeven ogenblik zegt: we nemen zelf dit initiatief, dat gebeurt bij woningbouw ook wel eens. De voorzitter is een beetje verrast door deze complete beleidswijzi ging, omdat er toentertijd is gezegd door de raad, op voorstel van het college, dat men deze ontwikkeling wil ondersteunen maar daarin niet risicodragend wil zijn. Voor woningbouw is dit heel iets anders, want er moet gebouwd kunnen worden. Het onderhavige plan is op zich een goede inkleuring van het gebied, maar dat brengt ook een aantal risico's met zich mee. In het verleden heeft de raad gezegd: prima, als iemand dat wil doen, wij geven daaraan onze medewerking, maar het risico moet zijn voor degene, die daar ter plekke die initiatieven ontplooit, dus ook de kosten van ontwikkeling en wat daar verder bijhoort, als het aantrekken van bedrijven die zich daar gaan vestigen. De gemeente wil dus een beleid voeren zonder het dragen van risico en dat beleid voert men nog steeds. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot het, met inbegrip van beperkingen, in hoofdlijn aanvaarden van het rapport en bijbehorend advies over de ruimtelijke ontwikkeling in de Stadsregio Breda. Raadslid Braat merkt op, dat de WD goeddeels kan instemmen met het voorstel, te meer omdat er weinig veranderd is ten opzichte van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 9