bekend is. Hij zegt toe, dat er dan alsnog in de commissie op zal
worden teruggekomen. Wat er dan mee zal worden gedaan, is nu nog niet
bekend, maar dan weet men tenminste wat er wel of niet mogelijk is.
Tot raadslid Van Hooijdonk-Rijken zegt spreker, dat het uiteraard een
goede zaak is wanneer het aanbieden van afval zoveel mogelijk wordt
beperkt tot het zelf-composteren (dus niet het aanbieden elders), dat
is altijd meegenomen.
In tweede termijn zegt raadslid Braat, dat de wethouder hem niet
helemaal goed heeft geïnterpreteerd. Natuurlijk stemt de WD in met
het voorstel, na alle discussies die hierover zijn gevoerd. Het is
uiteraard niet zo, dat de WD hier met twee standpunten komt. Wat hij
met zijn opmerking over de evaluatie van het ministerie van VROM heeft
willen neerzetten is, dat het tamelijk onzinnig is dat men door de
wetgever gedwongen wordt om per 1 januari 1994 een systeem in te
voeren, waarbij alle beschikbare know-how (en die is niet gering hier
in Teteringen) het eigenlijk van de zotte is dat als het ministerie
eind van dit jaar met een evaluatie komt, men komt in het voorjaar met
een evaluatie die goed uitwerkt, dan men dan zegt oke, dat is het, dat
en dat zou het kunnen zijn. Dat heeft hij steeds in de commissies
gezegd en de wethouder heeft ook steeds nadrukkelijk tegen hem gezegd,
dat hij ook niet anders kon omdat hij gebonden is aan die wettelijke
termijn van 1 januari, waarop spreker hem dan gezegd heeft, dat
Teteringen zich dan in een situatie bevindt waarin de gemeente dan
wellicht een positie zou kunnen innemen, die dan niet precies volgens
de wettelijke regeling verloopt. En dat wil hij hier vanavond nog eens
in alle ernst nadrukkelijk neerzetten: het is belachelijk dat men door
de wetgever is gedwongen deze regeling zo in te zetten, terwijl men
misschien over 4 maanden het Ei van Columbus zomaar uit het rapport
zou kunnen halen.
Raadslid Van Hooiidonk-Riiken merkt op, dat het college het belang
beaamt van het composteren aan de bron. Denkt het college daarover ook
verdere voorlichting aan de burger te geven?
Wethouder Verstegen geeft raadslid Braat ten antwoord, dat het college
zeker van plan is om de evaluatie van de verschillende inzamelsyste
men, en de mogelijkheden tot differentiatie daarin, zodra deze bekend
is, in de commissie te bespreken. Maar het college is ervan overtuigd,
dat dit op korte termijn voor Teteringen helaas geen oplossing zal
brengen, omdat hetgeen er nu reeds bekend is omtrent de toegepaste
systemen veel grootschaliger is en dus in feite veel duurder uitkomt
dan er aan afvalstoffenheffing wordt bezuinigd. Dat wil zeggen: als
men een systeem gaat toepassen dat het dubbele kost van de afvalstof
fenheffing, dan krijgt men wel een differentiatie, maar dan is het
maar de vraag of het verstandig is om dat systeem in te voeren, zeker
in zo'n kleine gemeente als Teteringen. Daarom zegt hij: laten we de
evaluatie afwachten van welke systemen dat er zijn, welke er bruikbaar
zijn, en als het moment daar is, laten we er dan op terugkomen.
Overigens wil hij opmerken dat, wanneer de Wet zegt: we beginnen
landelijk met het inzamelen van het GFT, niet alleen Teteringen, maar
alle andere gemeenten eveneens voor het blok zitten om daarmee in te
stemmen. Het is echter goed, om zich ervoor in te zetten om zo veel
mogelijk te verwerken en te recyclen, zodat het niet gestort behoeft
te worden. En hij dringt er nogmaals op aan de evaluatie af te wach
ten; volgens hem is het goed om die zaken uit te gaan voeren op het
moment dat dit verantwoord is.
Tot raadslid Van Hooi jdonk-Ri jken zegt hij, dat haar vraag ook al
verschillende malen tijdens de begrotingsbehandeling naar voren is
gekomen. En iedereen is er toch van overtuigd, dat het zelf composte
ren een welkome aanvulling is voor het terugdringen van de hoeveelheid
afval. Vorig jaar is gezegd, dat daarvoor vanuit de gemeente geen
middelen beschikbaar zullen worden gesteld. En op dit moment vindt het
college niet, dat dit wèl zou moeten gebeuren. Het zou kunnen zijn,
dat bij de algemene beschouwingen gezegd wordt: er zit wat ruimte (de
reeds genoemde 40,bijvoorbeeld). Er behoeft niet rechtstreeks
gedacht te worden aan een vermindering van de afvalstoffenheffing,
maar bijvoorbeeld een bijdrage in de algemene kosten van composte-
ringsvaten, maar hij wil niet op de zaken vooruitlopen door nu al
suggesties te geven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.