gemeente teteringen - 23 - Raadsvergadering dd. 16 december 1993. Agendanr. 11 Voorstel tot vaststelling van de kosten van het openbaar basisonderwijs ingevolge artikel 102 van de Wet op het basisonderwijs over de periode 1985 - 1990. Aan de raad, Inleiding Artikel 102 is één van de artikelen in de Wet op het basisonderwijs waarin de financiële gelijkstelling tussen het openbaar en het bijzonder basison derwijs tot uitdrukking komt. Alle gemeentelijke uitgaven voor het openbaar basisonderwijs ten behoeve van de materiële instandhouding, uitgaande boven de rijksvergoeding, moeten eveneens voor het bijzonder onderwijs beschikbaar zijn. Het vergoedingensysteem in de WBO veronderstelt kostendekkend te zijn. Dat geldt uiteraard ook voor het openbaar onderwijs. In de praktijk is het echter voorstelbaar dat op grond van uiteenlopende omstandigheden de uitgaven de rijksvergoedingen overschrijden. Indien van een overschrijding sprake is heeft het bijzonder basisonderwijs recht op een extra uitkering vanwege de financiële gelijkstelling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs. Advies De inkomsten en uitgaven ten behoeve van het openbaar onderwijs over de jaren 1985 t/m 1990 definitief vaststellen. Motivering/toelichting In artikel 102 van de Wet op het basisonderwijs is uitvoerig weergegeven hoe het mechanisme inzake de financiële gelijkstelling werkt. Deze regeling komt globaal op het volgende neer. De gemeente die een openbare school in stand houdt moet vaststellen: a. het totaal van de bedragen, die in elk kalenderjaar zijn uitgegeven t.b.v. de materiële instandhouding; b. het totaal van de ontvangsten dat is gebaseerd op de bedragen, die krachtens artikel 94 voor de voorzieningen voor de materiële instand houding voor het kalenderjaar zijn vastgesteld; c. een staat van voorzieningen die zijn ingesteld t.b.v. het openbaar basisonderwijs. De definitieve afrekeningen van de rijksvergoedingen zijn inmiddels door het Ministerie van Onderwijs over de periode 1985 - 1990 opgemaakt. De ontvangsten, hiervoor vermeld onder b, kunnen derhalve definitief worden vastgesteld. Het totaal van de bedragen die zijn uitgegeven t.b.v. de materiële instand houding geeft aan dat de uitgaven beneden de rijksvergoedingen zijn gebleven. (Zie bijlage bij het concept-raadsbesluit). Consequenties Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Teteringen, 7 december 1993. ONDAR102R12

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 24