gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 7 december 1993;
gelet op de artikelen 272, aanhef en onderdeel i, en 277, eerste lid,
aanhef en onderdeel b, ten eerste, van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLRECHTEN 1994.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
a. onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde
gemeentewater begrepen;
b. onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de
gemeentelijke riolering;
c. onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
1. Onder de naam 'rioolrechten' worden geheven:
a. een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het
genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een
eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke
riolering, en
b. een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater
direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
a, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebben
de krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij
het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend
staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van die onroerende zaak was.
3. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
b, wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan
niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht
gebruikt;
b. ingeval een gedeelte van een eigendom - niet een gedeelte als
bedoeld in artikel 3 - ten gebruike is afgestaan: degene die dat
gedeelte in gebruik heeft afgestaan.
Artikel 3
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun
indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden
de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien
verstande dat, indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel
worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
RIOOLVERSTD