Artikel 12 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van schrifte
lijke toestemming tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaar
schrift voor ten hoogste een jaar.
2Burgemeester en wethouders kunnen één of meer gemeente-ambtenaren
aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van
enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van
de belastingen.
Artikel 13
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor de terpostbezorging of
uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid van de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221), voor de gemeente-ontvanger of de op grond
van artikel 127a van de Gemeentewet aangewezen functionaris een andere
gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.
Artikel 14 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en
wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
Artikel 15 Vrijstelling invorderingsrente bij uitstel van betaling
Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van
betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht
indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over
de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van
50,niet te boven gaat.
Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Indien dit besluit wordt goedgekeurd vóór 1 januari 1994 is de inwer
kingtredingsdatum de laatste dag van de maand waarin de goedkeuring is
verleend, met dien verstande dat het tijdstip van ingang van de heffing
krachtens deze verordening 1 januari 1994 is.
2. Indien dit besluit wordt goedgekeurd op of na 1 januari 1994, is de
inwerkingtredingsdatum de achtste dag na die van de bekendmaking, met
dien verstande dat het tijdstip van ingang van de heffing krachtens
deze verordening 1 januari 1994 is.
3. Met ingang van de datum van de heffing vervalt de Verordening op de
heffing en de invordering van rioolrechten 1993, vastgesteld op 22
april 1993 en goedgekeurd op 19 mei 1993, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorge
daan vóór de in het eerste, respectievelijk tweede lid bedoelde datum
van ingang van de heffing.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening op de heffing
en de invordering van rioolrechten 1994'.
Rente
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
16 december 1993.
De raad voornoemd,
RIOOLVER.STD