h. onroerende zaken, die feitelijk worden gebruikt als pastorie of
kosterswoning, indien het genoten krachtens eigendom, bezit of
beperkt recht daarvan toekomt aan een kerkgenootschap of ander
genootschap als in onderdeel a bedoeld;
i. onroerende zaken, die in hoofdzaak worden gebruikt voor de publieke
dienst van de gemeente, met uitzondering van onroerende zaken die
worden gebruikt voor het geven van onderwijs;
j. straatmeubilairwaaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde
eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten
gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het
verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten,
verkeersinstallatiesstandbeelden, monumenten, fonteinen, abri's,
hekken en palen;
k. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer
zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom,
bezit of beperkt recht;
1. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria met hun gebouwde en
ongebouwde aanhorigheden.
2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdelen a
en 1 bedoelde eigendommen met hun aanhorigheden en gedeelten van
zodanige eigendommen, voor zover die dienen als woning, alsmede met
betrekking tot de in onderdeel h van dat lid bedoelde onroerende zaken,
geldt niet voor de gebruikersbelasting. Evenmin geldt de vrijstelling
met betrekking tot de in onderdeel i van het eerste lid bedoelde
onroerende zaken voor de eigenarenbelasting voor zover de gemeente van
die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt
recht
Artikel 8 Wijze van heffing
De belastingen worden geheven bij wijze van aanslag.
Artikel 9 Aangifte
1. De belastingplichtige, aan wie niet binnen zes maanden na afloop van
het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is
opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van de
evenbedoelde termijn bij burgemeester en wethouders een schriftelijk
verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbe
sluit vastgesteld.
Artikel 10 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand, die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden
later.
Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van schrifte
lijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op
het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.
2Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambtenaren
aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van
enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van
de belastingen.