3. De overeenkomst, als bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval bepalingen omtrent: a. de aard en omvang van de door de gemeente te treffen voorzieningen van openbaar nut; b. het tijdvak waarbinnen de onder a. genoemde voorzieningen zullen worden uitgevoerd; c. de ten laste van de exploitant komende bijdrage, vastgesteld volgens de artikelen 5 en 6; d. in voorkomende gevallen het afstand doen van gronden aan de gemeen te, voorzover die gronden zijn bestemd voor de aanleg c.q. aanpassen van voorzieningen van openbaar nut. 4. In het geval toepassing is gegeven aan artikel 3, tweede lid (uitvoering werken door exploitant), bevat de overeenkomst, onverminderd het gestelde in het derde lid, onder meer de volgende bepalingen: a. ten behoeve van de door exploitant uit te voeren werken zal een aannemingsovereenkomst worden gesloten, waarin de gemeente als opdrachtgever en de exploitant als aannemer zal worden aangemerkt. De gemeente zal op basis van deze overeenkomst tevens worden belast met de directievoering en het dagelijks toezicht. b. de aanneemsom van de onder a. genoemde overeenkomst bedraagt 1, c. op de aanneemovereenkomst zijn de voorwaarden en bepalingen van de UAV-AVW 1989, dan wel de hierna verschenen en nog te verschijnen aanpassingen, van overeenkomstige toepassing. Artikel 8. Vaststelling exploitatiebijdrage 1. De in artikel 7 genoemde exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut het bedrag dat volgens de in de artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegere kend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de in artikel 7 derde lid sub d. bedoelde gronden vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, verminderd met de inbrengwaarde als bedoeld in artikel 5, eerste lid sub 1. onder a. van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan. 2. De waarde van de door de exploitant ingebrachte grond, als bedoeld in het eerste lid, wordt door de gemeente in overeenstemming met de exploitant op basis van taxatie vastgesteld. Bij het ontbreken van overeenstemming wordt de waarde van de gronden vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een door de beide reeds aangewezen deskundigen. Wordt over de aanwijzing van laatstgenoemde deskundige geen overeenstem ming verkregen, dan berichten de aangewezen deskundigen tezamen dit aan de opdrachtgevers, waarna de meest gerede partij, met kennisgeving aan de wederpartijde kantonrechter in het kanton waartoe de gemeente behoort kan verzoeken deze deskundige te benoemen. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel wordt in het geval toepassing wordt gegeven aan artikel 3, tweede lid (uitvoering werken door exploitant) de ten laste van de exploitant komende bijdrage als volgt bepaald: a. De bijdrage, zoals deze op grond van de in de artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, wordt vermeerderd met de kosten op de afstand van de in artikel 7, derde lid sub d. bedoelde gronden vallende en de kosten van kadastrale uitmeting; b. De onder a. genoemde bijdrage wordt verminderd met: 1. De inbrengwaarde van alle tot de onroerende zaak van exploitant behorende gronden. Het bepaalde in het tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing; 2. het in de onder a. genoemde bijdrage opgenomen bedrag aan kosten zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid sub 1. onder b. tot en met f. voor zover de uitvoering van de daarmee verband houdende activiteiten en werkzaamheden voor risico en rekening komt van de exploitant

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 45