PARAGRAAF 3: EXPLOITATIE OP VERZOEK VAN EXPLOITANT
Artikel 9Indiening verzoekschrift
1. Een belanghebbende kan burgemeester en wethouders, door het zenden van
een verzoekschrift daartoe, verzoeken tot het verlenen van medewerking
met betrekking tot het in bouwexploitatie brengen van gronden.
2. Bij het verzoekschrift dient in ieder geval te worden gevoegd:
a. een nauwkeurige omschrijving van de in exploitatie te brengen
onroerende zaken;
b. gegevens, waaruit blijkt dat de belanghebbende de eigendom van de in
exploitatie te brengen onroerende zaken heeft verkregen of kan
verkrijgen;
c. gegevens omtrent de door belanghebbende te treffen (bouw)werkzaamhe
den.
3. Belanghebbende wordt door burgemeester en wethouders zonodig in de
gelegenheid gesteld de in het vorige lid bedoelde gegevens alsnog te
verstrekken of aan te vullen, zulks onverminderd de bevoegdheid van
burgemeester en wethouders te allen tijde terzake dienende gegevens en
bescheiden op te vragen.
4. Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwver
gunning, als bedoeld in de Woningwet eventueel in combinatie met een
verzoek om vrijstelling wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening
van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen
van openbaar nut, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening moeten
worden getroffen, wordt hiervan vóór de beslissing op de aanvraag
mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig
mogelijke raming van de kosten van de in artikel 2 genoemde voorzienin
gen van openbaar nut worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de
aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een
verzoekschrift, als bedoeld in het eerste lid.
5. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent het verzoekschrift binnen
zes maanden na de dag waarop het verzoekschrift is ontvangen. Zij kunnen
hun beslissing eenmaal met ten hoogste zes maanden verdagen.
Artikel 10. Beslissing op verzoekschrift
1. De gemeente verleent slechts medewerking aan het op verzoek van exploi
tant in bouwexploitatie brengen van gronden krachtens een overeenkomst,
zoals bedoeld in artikel 7.
2. De medewerking behoeft niet te worden verleend, indien:
a. de in exploitatie te brengen grond niet is gelegen in een gebied
waarvoor een bestemmingsplan geldt;
b. de door exploitant aangegeven (bouw)werkzaamheden zouden leiden tot
strijd met de Woningwet;
c. het treffen van de voorzieningen, hoewel overeenkomstig een bestem
mingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met belangen van een
doeltreffende uitbreiding van bebouwing en/of herinrichting;
d. het in bouwexploitatie brengen van grond anderszins tot grote kosten
of bezwaren zou leiden, met name ten aanzien van het doeltreffend
voorzien in watervoorziening, openbare verlichting, riolering etc.
3. De beslissing omtrent een verzoekschrift kan worden aangehouden:
a. ingeval de procedure tot goedkeuring van een van toepassing zijnde
bestemmingsplan of herziening daarvan nog niet is afgerond, tot een
maand na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan of
herziening daarvan;
b. ingeval voorzienbaar is dat in het tweede lid genoemde belemmeringen
binnen afzienbare tijd zullen kunnen worden weggenomen, tot een
maand nadat deze belemmeringen zijn weggenomen.
4. Indien een verzoekschrift is ingekomen voor een onroerende zaak, voor
welke werken in het daarbij behorende exploitatiegebied reeds een
kostenverhaalsbesluitals bedoeld in artikel 4, is genomen, wordt
hiervan mededeling gedaan aan exploitant.
Naast de hiervoor genoemde mededeling zal aan exploitant tevens een
ontwerp-overeenkomstals bedoeld in artikel 7, worden aangeboden.