Artikel 6 -Grondslag van toerekening profijt Om de aansluiting te verkrijgen met de systematiek van vaststelling van de kostprijs bij gronduitgifte is gekozen voor rekeneenheid van de vierkante meter grondoppervlakte van de gebate onroerende zaken (zowel bebouwd als onbebouwd). Met toepassing van liggings-, bestemmings- en gebruiksfactoren is het mogelijk om in nagenoeg alle gevallen te komen tot een verantwoorde profijtomslag ter bepaling van de omvang van de exploitatiebijdrage. Ingeval de grondoppervlaktemethode in bepaalde gevallen niet tegemoet komt aan de aanwezige profijtverschillen, biedt de verordening de mogelijkheid tot vaststelling van een afwijkende grondslag. Artikel 7 -Inhoud exploitatie-overeenkomst In dit artikel wordt ervan uitgegaan dat, in navolging van het reeds genomen kostenverhaalsbesluithet sluiten van een exploitatie-overeenkomst als eerste en centrale methode van kostenverhaal is aan te merken. Wij willen duidelijk benadrukken, dat het sluiten van een exploitatie overeenkomst, evenals iedere andere overeenkomst, is gebaseerd op wilsover eenstemming. Dit betekent dat een exploitant niet kan worden verplicht tot het sluiten van een exploitatie-overeenkomst. De bevoegdheid tot het aangaan van een exploitatie-overeenkomst ligt in beginsel bij de gemeente raad, doch is - overeenkomstig het uitgangspunt van artikel 14 van deze verordening - reeds in het kader van de voorliggende regeling aan burge meester en wethouders opgedragen. indien wordt overgegaan tot het sluiten van een exploitatie-overeenkomst, bevat artikel 7 een aantal voorwaarden waaraan deze overeenkomst in alle gevallen moet voldoen. Naast de vaststelling van een financiële bijdrage is in voorkomende gevallen de bepaling opgenomen dat gronden, welke bestemd zijn als ondergrond voor voorzieningen van openbaar nut, via deze overeen komst worden afgestaan aan de gemeente. In de situatie dat sprake is van een overdracht van gronden, is in het eerste lid de bepaling opgenomen dat van de overeenkomst een notariële akte wordt opgemaakt. In het vierde lid zijn aanvullende bepalingen opgenomen, indien de werken geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd door de particuliere exploitant. Artikel 8 -Vaststelling exploitatiebijdrage Essentieel bij de vaststelling van de financiële bijdrage is het feit dat overeenkomstig artikel 5, tweede lid, de kostentoerekening is opgesteld met het uitgangspunt, dat het totale exploitatiegebied door de gemeente in zijn geheel in exploitatie zal worden gebracht. Dit betekent dat in de kostenbegroting gerekend wordt met een gemiddelde prijs van de inbrengwaarde van alle gronden (ook die van de particuliere eigenaren). Op deze wijze komt een gemiddelde kostprijs tot stand, welke daarna zal worden gecorrigeerd voor verschillen in ligging etc. Het zal duidelijk zijn, dat de particuliere exploitant op deze prijs de waarde van de hem toebehorende gronden (zowel t.b.v. de bouwexploitatie als ten behoeve van de aanleg van voorzieningen van openbaar nut) hierop in mindering zal mogen brengen. Omdat deze vermindering kan afwijken van de eerdergenoemde, gemiddelde grondinbrengprijs is een regeling nodig voor bindende vaststelling van deze inbrengwaarde. In het derde lid is bepaald op welke wijze de financiële bijdrage wordt vastgesteld, indien de exploitant overgaat tot het geheel of gedeeltelijk zelf uitvoeren van voorzieningen van openbaar nut. In een dergelijke situatie blijft de financiële bijdrage in de regel beperkt tot de kosten, die de gemeente maakt of zal maken in verband met planuitvoering, voorbe reiding en toezicht, maar ook met betrekking tot voorzieningen die voor het totale plan gelden dan wel een bovenwijks karakter hebben. De omslag van deze voor rekening van de gemeente blijvende kosten vindt plaats overeen komstig de in de artikelen 5 en 6 beschreven methode, onder verrekening van de inbrengwaarde van alle tot de onroerende zaak van exploitant behorende gronden. Daarnaast vindt een vermindering plaats van de daarin opgenomen kosten voor voorzieningen, voor zover deze voorzieningen geheel of gedeel telijk door de exploitatie worden gerealiseerd. PARAGRAAF 3: BOUWEXPLOITATIE OP VERZOEK VAN EXPLOITANT Artikel 9 -Indiening verzoekschrift Naast het door de gemeente zelf treffen van voorzieningen van openbaar nut kan het voorkomen, dat een particuliere exploitant de gemeente verzoekt tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 52