-17-
10Voorstel tot het vaststellen van de achtste wijziging van de Regeling
Stadsgewest Breda 1990.
Raadslid Brounts had liever de oude regeling zo gelaten, maar de
meerderheid was voor in het Stadsgewest, dus is ze gewijzigd. Het
voordeel is, da de stukken eerder beschikbaar komen voor de gemeente
raadsleden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden in de gemeentera
den, en dat lijkt haar winst toe. Hoe denkt het college daarover?
Raadslid Hofland merkt op, dat steeds door de raad als bezwaar deze de
wijziging is geopperd, dat de invloed van de diverse gemeenteraden
sterk geminimaliseerd wordt. Aan de ene kant wordt alles van landelijk
naar gemeentelijk-lokaal afgewenteld, maar nu wordt er steeds meer
afgeknabbeld van de gemeentelijke inspraak. Is dat wel democratie? Om
het functioneren van de gewestraad niet te belemmeren moet de gemeente
wel akkoord gaan. Wel verlangt De Dorpsgemeenschap als garantie, dat
het een vast agendapunt wordt in de commissie A.Z.M., zodat de porte
feuillehouder naar de mening van de commissieleden kan vragen of hen
op de hoogte kan houden van de laatste ontwikkelingen.
Raadslid Braat interrumpeert. Hij is in verwarring gebracht door de
opmerkingen van raadslid Hofland. Als afgevaardigde van de raad in het
Stadsgewest kan hij een (heel) klein beetje overzien de nu optredende
verandering overzien: een switch naar de portefeuillehoudersover-
leggen, die thans anders gaan functioneren, d.w.z. terugkoppeling naar
de raad en opvoering van de frequentie van de gewestraadsvergaderingen
naar ongeveer 6 per jaar. Gezien de zeer korte periode dat spreker nu
meedraait, zou hij heel voorzichtig willen zeggen: men moet geen al te
grote verwachtingen hebben van de invloed van de afzonderlijke raads
leden hebben in de commissies van bijstand; die is natuurlijk maar
betrekkelijk, en als men erop doordenkt kan men zich ook wel iets bij
voorstellen. Vanuit die optiek geredeneerd denkt hij, dat deze veran
deringen verbeteringen zullen zijn. En daar gaat het uiteindelijk om.
En dan gaat het er niet om, dat je heel erg hangt aan het vertegen
woordigd zijn in een commissie; volgens hem gaat het er om om het
Stadsgewest zo optimaal mogelijk te doen functioneren en om de bijdra
ge van de representanten van bepaalde gemeenten daarin.
De voorzitter onderstreept het betoog van raadslid Braat. Ook hij, als
mede-representant in de gewestraad, meent dat door deze wijziging een
verbetering optreedt en dat het de raadsleden dichter bij het geweste
lijk gebeuren gaat halen. Want niet alleen in de commissie A.Z.M.
zullen stadsgewestelijke zaken besproken gaan worden, maar ook in de
commissie Grondgebied - en in mindere mate in de commissie Welzijn -
zodat de raad optimaal geïnformeerd wordt en kennis kan nemen van de
stukken, die in het Stadsgewest circuleren, voordat ze tot besluitvor
ming leiden. Hij heeft toch wel hoge verwachtingen van deze verande
ringen. Hij maakt zich met raadslid Hofland wel zorgen over de termij
nen, afstemming tussen gewest- en gemeenteraadsvergaderingen zal
nauwelijks mogelijk zijn. Hopelijk functioneert dit allemaal een
beetje en gaat men niet achter de feiten aan hollen; in theorie moet
het kunnen, maar hij is heel benieuwd hoe in de praktijk in de commis
sie de beïnvloeding van de besluitvorming en de informatieverstrekking
gaan lopen, want in het verleden was die commissie van advies en
bijstand toch vaak een beetje mosterd na de maaltijd, omdat er dan al
zoveel gebeurd was en er al zoveel standpunten waren ingenomen, dat de
commissie er nauwelijks meer iets aan kon doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
11Voorstel tot het vaststellen van de Regeling Bestuurlijk Overleg West-
Brabant
Raadslid Brounts merkt op, dat het ook in dit voorstel gaat om de
nieuwe vorm, die de samenwerking tussen het Stadsgewest en het weste
lijk deel van Noord-Brabant gaat aannemen. Het nieuwe bestuurlijk
overleg zal worden gevormd door een flink aantal gemeenten en zij
vraagt, waarom hiermee niet wordt gewacht tot de gemeentelijke herin
deling heeft plaatsgevonden, dan zijn er in elk geval flink wat minder
gemeenten en dat lijkt haar wat simpeler.
Raadslid Adriaansen stemt in met het voorstel, maar vindt wel, dat een
groot aantal gemeenten (zo'n 40 in getal) zullen moeten trachten tot
een integratie te komen. En zal dat wel lukken? Hij is het wel een