Artikel 3
Aan Hoofdstuk 4, afdeling 1 worden de volgende artikelen toegevoegd:
Artikel 4.1.11 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. besluit: het Besluit horecabedrijven milieubeheer (Stb. 1992, 297);
b. horeca-inrichting; een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van het
Besluit
c. houder van een horeca-inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfslei
der, beheerder of anderszins een horeca-inrichting drijft;
d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een
klein aantal horeca-inrichtingen is verbonden, zoals koninginnedag,
carnaval, kermis, etc.;
e. incidentele festiviteit: festiviteit die gebonden is aan één of een
klein aantal horeca-inrichtingen, zoals de viering van een jubileum,
een straatfeest, etc.
Artikel 4.1.12 Aanwijzing collectieve festiviteiten
1. De voorschriften 2.1 tot en met 2.6 uit bijlage I van het Besluit
gelden niet op ten hoogste 12 nader door de burgemeester ten behoeve
van collectieve festiviteiten aan te wijzen dagen of dagdelen per
kalenderjaar.
2. De burgemeester publiceert tenminste vier weken voor het begin van een
nieuw kalenderjaar in een of meer huis-aan-huisbladen, welke festivi
teiten binnen de gemeente worden aangemerkt als collectieve festivitei
ten in het nieuwe kalenderjaar.
3. De burgemeester kan, wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs
niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festivi
teit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.
Artikel 4.1.13 Kennisgeving incidentele festiviteiten
1. Het is een horeca-inrichting toegestaan maximaal 4 incidentele festivi
teiten per kalenderjaar te houden, waarbij de voorschriften 2.1 tot en
met 2.6 uit de bijlage van het Besluit niet van toepassing zijn.
2. De houder van een horeca-inrichting die voornemens is een incidentele
festiviteit te houden is verplicht tenminste twee weken voor de aanvang
van de festiviteit de burgemeester daarvan in kennis te stellen.
3. De burgemeester stelt een formulier vast voor het doen van de in het
tweede lid bedoelde kennisgeving.
4. De in het tweede lid bedoelde kennisgeving wordt geacht eerst dan
gedaan te zijn wanneer het in het derde lid bedoelde formulier,
volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats
op dat formulier vermeld.
5. Een kennisgeving als bedoeld in het tweede lid wordt tevens geacht te
zijn gedaan wanneer de burgemeester op verzoek van de houder van een
horeca-inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet
te voorzien was, terstond toestaat.
Artikel 4.1.14 Verboden incidentele festiviteiten
Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten,
feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen, indien: