2. De voorzitter kan toelaten, dat na sluiting der beraadslagingen een
korte stemverklaring wordt afgelegd.
Artikel 19 Notulen
1. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de secretaris.
2. De notulen moeten inhouden:
a. de namen van de voorzitter, de secretaris en de ter vergadering
aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een verslag van de gevoerde beraadslagingen met vermelding van de
namen der leden die het woord voerden;
d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding
bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of
tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die
zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;
c. de tekst van de ter vergadering ingediende voorstellen van orde,
initiatiefvoorstellen, moties en amendementen.
3. De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk,
aan de leden toegezonden gelijktijdig met de overige voorstellen.
4. Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de notulen
van de vorige vergadering vastgesteld.
5. Indien de notulen aanleiding geven tot voorstellen tot wijziging,
beslist de raad of en zo ja welke wijziging op grond daarvan in de
notulen zal worden aangebracht.
6. Voorstellen tot wijziging van de notulen moeten uiterlijk tweemaal 24
uur voor de raadsvergadering, waarin zij zullen worden vastgesteld,
schriftelijk bij de secretaris worden ingediend.
7. Na vaststelling van de notulen wordt één exemplaar door de voorzitter
en de secretaris ondertekend en in het archief der gemeente bewaard.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Artikel 20 Stemming over zaken
1. Indien één of meer leden stemming vragen over een aan de orde zijnd
onderwerp, dat niet het doen van benoemingen, voordrachten of aanbeve
lingen van personen betreft, danwel over een daarop tijdens de beraad
slaging ingediend(e) amendement, subamendement en/of motie, geschiedt
die stemming bij hoofdelijke oproeping naar de volgorde der namen op
de presentielijst en wel volgens de loop van de wijzers van het
uurwerk.
Het lot,door de voorzitter vóór de eerste stemming eenmaal te trekken,
wijst aan wie der aanwezige leden het eerst stemt.
Een stemming over een amendement, subamendement en/of motie gaat, in
de volgorde door de voorzitter te bepalen, vooraf aan de stemming over
het onderwerp zelf.
2. In afwijking van het gesteld in lid 1 kan de raad - op voorstel van de
voorzitter - besluiten de stemming over een zaak door middel van
handopsteken te laten plaatsvinden.
3. Als geen stemming verlangd wordt en de besluitvorming derhalve over
eenkomstig artikel 32, lid 3, van de Gemeentewet plaatsvindt, kunnen
ter vergadering aanwezige leden vorderen dat in de notulen wordt
aangetekend dat zij geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
4. Behoudens in de gevallen waarin een lid zich op grond van het bepaalde
in de artikelen 28 en 198 van de Gemeentewet van stemming moet onthou
den, is ieder in de vergadering aanwezig lid verplicht om bij elke
stemming over een zaak zijn stem uit te brengen.
5. De leden stemmen over alle zaken met het woord "voor" of "tegen".
De secretaris houdt hiervan aantekening.
6. Een in de vergadering aanwezig lid dat niet overeenkomstig het bepaal
de in lid 4 stemt, wordt voor de totstandkoming van een besluit geacht
niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
7. Een eenmaal uitgebrachte stem kan niet meer gewijzigd worden zodra het
volgend lid zijn stem heeft uitgebracht. Degene die het laatste heeft