gestemd kan zijn stem niet meer wijzigen, nadat de secretaris met het
tellen van de stemmen is begonnen.
8. Een lid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem heeft vergist, heeft
het recht daarvan aantekening te laten doen direct na de bekendmaking
van de uitslag van de stemming. Dit brengt echter geen verandering in
de uitslag van de stemming.
9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van elke gehouden stemming,
als bedoeld in lid 3, mede, met vermelding van het aantal voor en
tegen uitgebrachte stemmen.
Artikel 21 Stemming over personen
1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van benoemingen,
voordrachten of aanbevelingen moet plaatshebben, wijst de voorzitter
voordat tot stemming wordt overgegaan, uit de ter vergadering aanwezi
ge leden twee stemopnemers aan.
2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de
Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje
in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen benoemd, voorgedra
gen of aanbevolen moeten worden.
4. Voor iedere stemming, als in het derde lid bedoeld, wordt aan elk lid
dat zich niet van stemming moet onthouden één gewaarmerkt stembriefje
uitgereikt; het lid vermeldt daarop niet meer dan één naam.
5. Indien meerdere personen tegelijkertijd kunnen worden benoemd, voorge
dragen of aanbevolen kan de raad op voorstel van de voorzitter beslui
ten, dat voor die stemmingen aan elk lid dat zich niet van stemming
moet onthouden slechts één gewaarmerkt stembriefje wordt uitgereikt.
6. De stembriefjes worden in een stembokaal verzameld.
7. De voorzitter onderzoekt of het aantal stembriefjes gelijk is aan het
aantal leden, dat - behoudens het bepaalde in artikel 28 van de
Gemeentewet - verplicht is zijn stem uit te brengen. Als die aantallen
niet gelijk zijn wordt - nadat de stembriefjes ongeopend zijn vernie
tigd - een nieuwe stemming gehouden.
8. De stembriefjes worden door de voorzitter geopend en voorgelezen. De
inhoud van de stembriefjes wordt door één der stemopnemers nagezien en
door de andere stemopnemer en de secretaris opgetekend.
Ingeval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de
raad, op voorstel van de voorzitter.
9. Indien door onzekerheid over de inhoud van een stembriefje de uitslag
van de stemming naar het oordeel van de raad niet met volstrekte
zekerheid kan worden vastgesteld, wordt een nieuwe stemming gehouden.
10. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel
30 Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden
die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet
behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
een blanco ingevuld stembriefje;
een ondertekend stembriefje;
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, behoudens
het bepaalde in lid 5 van dit artikel;
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming uit een voor
dracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorge
dragen;
- een stembriefje waarop op een andere persoon wordt gestemd dan
die waartoe de stemming is beperkt.
Artikel 22 Herstemming over personen
1. Indien bij het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van
personen de keuze tot twee personen beperkt is en bij de eerste
stemming geen van beiden de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt
een tweede stemming gehouden, welke geldt als herstemming.
Ingeval bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist ingevolge
artikel 31 van de Gemeentewet terstond het lot.
2. Indien bij het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van
personen de keuze zich uitstrekt tot meer dan twee personen, of indien
het een geheel vrije stemming betreft, gelden de volgende regelen:
