(CDA). Volgens de heer Joosen verzette zich op dat moment niemand uitdrukkelijk tegen
zijn kandidatuur en die van de heer Prince, zodat een coalitie Dorpsgemeenschap/Tete-
rings Belang op 100% steun had kunnen rekenen.
Half maart werd Teterings Belang in de persoon van de heer Joosen benaderd door de
heer Prince met de vraag of men de kandidatuur van de heer Van Casteren (eveneens
Dorpsgemeenschap) wilde steunen als tweede wethouder.
Die vraag werd ontkennend beantwoord. Eind maart werd de heer Joosen wederom
benaderd, nu met de vraag of men de kandidatuur van de heer Van der Veeken (ook
Dorpsgemeenschap) wilde steunen. Een wijze van benadering die door de heer Joosen
als "brutaal" werd betiteld, temeer omdat zijn partij al eerder duidelijk had laten blijken
nooit steun te zullen geven aan twee wethouders van De Dorpsgemeenschap.
Pas op 29 maart begon volgens de heer Joosen het echte overleg, toen hem door De
Dorpsgemeenschap werd gevraagd waarom hij het wethouderschap ambieerde. Er werd
verder gesproken over portefeuilleverdeling en de bijeenkomst werd besloten met de
afspraak, dat de fractie van De Dorpsgemeenschap haar achterban zou raadplegen en
daags daarna uitsluitsel zou geven.
Op 31 maart, een uur voor aanvang van de laatste bijeenkomst van de gezamenlijke
fracties kreeg de heer Joosen een telefoontje van de heer Prince, dat met het CDA zou
worden gepraat. De heer Joosen heeft vervolgens contact gezocht met de heer Verstegen
(CDA) en hem duidelijk gemaakt, dat hij zich niet zou verzetten tegen diens kandidatuur,
maar dat ingeval van afwijzing van het CDA door De Dorpsgemeenschap ook Teterings
Belang een wethouderszetel niet meer zou ambiëren. Daarmee was volgens de heer
Joosen De Dorpsgemeenschap in het nauw gedreven, anders was deze partij uit de boot
gevallen. In de richting van de heer Prince sprak hij de hoop uit, dat deze in de komende
periode beter zou kunnen opschieten met het CDA en de Burgemeester dan de afgelopen
vier jaar en dat hij op steun van Teterings Belang niet hoeft te rekenen.
In het slotgesprek van alle fracties was volgens de heer Joosen binnen twee minuten
duidelijk, dat De Dorpsgemeenschap definitief voor het CDA had gekozen. Hij beschuldig
de de heer Prince ervan, dat deze al stukken had geproduceerd voordat zelfs nog maar
met het CDA was gesproken en zei zich door de Dorpsgemeenschap gebruikt en
misbruikt te voelen.
Zijn eindconclusie was, dat De Dorpsgemeenschap zich niets van de verkiezingen heeft
aangetrokken en dat de manier waarop die partij met Teterings Belang is omgegaan
betitelde hij als "zeer onbeschoft". Hij sprak de hoop uit wel goed te kunnen samenwerken
met de burgemeester en de heer Verstegen en zegde hen zijn steun toe. Tenslotte
kondigde hij aan bij de wethoudersverkiezing blanco te zullen stemmen.
Hierna werd gestemd over de kandidatuur van de heer Prince, die met 8 stemmen (2
blanco) tot wethouder werd gekozen.
In tweede termijn ging de heer Van Casteren (Dorpsgemeenschap) nader in op de keuze
van zijn partij voor de tweede wethouder en de aan het adres van zijn fractie gerichte
verwijten door Teterings Belang.
Hij verklaarde dat door zijn fractie zeer zorgvuldig elke mogelijkheid voor een coalitie is
bekeken, uitgaande van een zo groot mogelijke steun in de raad.
Diverse opties zijn daarbij overwogen. Zoals het door Teterings Belang en De Dorpsge
meenschap elk laten leveren van een wethouder en het door De Dorpsgemeenschap
laten leveren van twee wethouders. Die laatste mogelijkheid vond de fractie van de WD
zelfs de minst slechte oplossing, aldus de heer Van Casteren. Die optie viel echter af,
omdat bleek dat daarvoor geen ruime meerderheid was te vinden.
De fractievoorzitter van De Dorpsgemeenschap zei dat met de fractie van Teterings
Belang een intensief gesprek is gevoerd en dat ernstig is overwogen om met deze partij
een coalitie te vormen. Na enige bedenktijd bleven daarover echter de nodige twijfels en