Artikel 4.
1. De aanwijzing van de voorzitter van elke commissie geschiedt door het
college van burgemeester en wethouders bij de aanvang van elke nieuwe
zittingsperiode van de raad en voorts tussentijds ter aanvulling van
een vakature.
2. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door een door het
college van burgemeester en wethouders aangewezen lid van dit college.
3. In het geval van een verenigde vergadering wordt deze voorgezeten door
de voorzitter van een der commissies, daartoe door het college van
burgemeester en wethouders aangewezen.
4. Degene, die ophoudt lid van het college van burgemeester en wethouders
te zijn, houdt van rechtswege op voorzitter van de commissie te zijn.
Artikel 5
1. De voorzitter en de leden van de commissie hebben zitting gedurende de
zittingsperiode van de raad; zij treden aan het einde van die periode
tegelijk af.
2. Een lid van de commissie kan schriftelijk aan de raad kenbaar maken
dat hij zijn lidmaatschap beëindigt.
3. Bij tussentijdse beëindiging van het raadslidmaatschap vervalt het
lidmaatschap van de commissies
4. In vakatures wordt zo mogelijk voorzien in de eerstvolgende vergade
ring van de raad.
Artikel 6
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 103 van de Gemeentewet treedt als
secretaris van elke commissie op een op voorstel van de gemeentesecre
taris door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen
gemeente-ambtenaar
2. De gemeentesecretaris regelt - in overleg met de voorzitter - de
vervanging van de secretaris van de commissie, indien deze verhinderd
is als zodanig op te treden.
Artikel 7
1. Van elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt.
2. Deze notulen bevatten:
a. de namen van de voorzitter, de secretaris, de aanwezige en afwezi
ge leden;
b. een beknopt zakelijk verslag van het ter vergadering besprokene;
c. een vermelding van de genomen besluiten;
d. een vermelding van een minderheidsstandpunt, indien daarom wordt
verzocht
3. De ontwerp-notulen worden zo spoedig mogelijk na de vergadering aan de
leden toegezonden.
4. De notulen worden in de eerstvolgende vergadering van de commissie ter
vaststelling aangeboden.
5. De ontwerp-notulen, met de in lid 4 bedoelde schriftelijke voorstellen
tot verbetering, alsmede de vastgestelde notulen worden onverwijld ter
kennis gebracht aan burgemeester en wethouders.
Artikel 8.
Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg dat de in artikel 7
bedoelde ontwerp-notulen dan wel de vastgestelde notulen, vóór de behande
ling van de daarin vervatte onderwerpen in de eerstvolgende vergadering aan
de raad ter kennis gebracht worden.
Artikel 9
1. De commissie vergadert zo dikwijls als dit door het college van burge
meester en wethouders nodig wordt geoordeeld. Bovendien vergadert de
commissie binnen 14 dagen, indien tenminste 2 leden van verschillende
fracties, met opgaaf van reden, dit vragen.