2. De oproeping geschiedt door of namens de voorzitter ten minste vijf
maal 24 uur voor het houden van de vergadering, spoedeisende gevallen
uitgezonderd. De oproepingsbrief vermeldt plaats, dag en aanvangstijd
van de vergadering, alsmede de agenda der vergadering.
3. De stukken, die betrekking hebben op de in een commissievergadering te
behandelen zaken, worden tegelijk met de oproeping van de leden voor
dezen ter inzage gelegd en voor zover nodig en mogelijk aan de leden
toegezonden. Artikel 19 lid 2 van de Gemeentewet is van overeenkomsti
ge toepassing.
4. De commissieleden kunnen de voorzitter schriftelijk met opgave van
redenen verzoeken onderwerpen aan de agenda toe te voegen.
Een dergelijk verzoek bevat een korte uiteenzetting van het te behan
delen onderwerp en dient ten minste 3 x 24 uur vóór de vergadering bij
de secretaris van de commissie te worden ingediend.
Burgemeester en wethouders oordelen of een gevraagd onderwerp in de
desbetreffende vergadering kan worden behandeld. De beslissing ter
zake wordt gemotiveerd aan de commissie medegedeeld.
Artikel 10
1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat daarbij uitdrukkelijk
aan te wijzen zaken worden behandeld in een besloten vergadering. Ook
de commissie kan besluiten om de gehele of gedeeltelijke behandeling
van een zaak te doen plaatsvinden in een besloten vergadering. Artikel
23 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
2. De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en
omtrent de inhoud van stukken, welke in een besloten vergadering aan
haar zijn of worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
Zij wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren
als door leden en derden, die op andere wijze van het behandelde en
van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat de commissie haar
opheft
Indien de voorzitter bezwaar heeft tegen het besluit van de commissie
tot opheffing van de geheimhouding, wordt in de eerstvolgende vergade
ring van de commissie hierover een besluit genomen.
Besluit de commissie tot opheffing van de geheimhouding en handhaaft
de voorzitter zijn bezwaren, dan beslissen burgemeester en wethouders
hierover in hun eerstvolgende vergadering.
De verplichting tot geheimhouding blijft in dat geval van kracht tot
burgemeester en wethouders hebben besloten tot opheffing.
De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken als hiervoor bedoeld
voorlopige geheimhouding opleggen.
Hij geeft daarvan bij toezending of overhandiging van de stukken
kennis aan de leden van de commissie.
De voorlopige oplegging vervalt, wanneer zij niet in de eerstvolgende
vergadering, waarin het ingevolge artikel 12 vereiste aantal leden
tegenwoordig is, door de commissie wordt opgeheven.
Artikel 11.
1. Aan de in de vergadering te voeren discussie kan worden deelgenomen
door de voorzitter, de leden, de secretaris, alsmede door degene, die
op grond van artikel 13 de vergadering bijwoont.
2. De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in de verga
dering. Hij is bevoegd, wanneer de orde op enigerlei wijze wordt
verstoord, degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn te doen verwij
deren.
Artikel 12.
1. Een commissie kan slechts beraadslagen en besluiten wanneer de voor
zitter of diens plaatsvervanger en, met inbegrip van de voorzitter,
tenminste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.
2. Indien bij een vergadering het vereiste aantal leden niet is opgekomen
belegt de voorzitter, met een tussenruimte van tenminste tweemaal 24
uren, een nieuwe vergadering, welke wordt gehouden ongeacht het aantal
opgekomen leden.
