gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 16 augustus 1994
gelet op artikel 147, tweede lid, van de Gemeentewet,
overwegende dat,
- de huidige rijksdeelnemingsregeling voor het eigen woningbezit per 1
Januari 1995 komt te vervallen;
- door de oprichting per 10 november 1993 van de Stichting Waarborgfonds
eigen woningen, statutair gevestigd te Den Haag - hierna te noemen de
stichting - met ingang van 1 januari 1995 wordt voorzien in een lande
lijk werkend garantie-instrument;
de volkshuisvestelijke doelstellingen van de stichting zijn gewaarborgd
door de benodigde statutaire goedkeuring van diverse documenten van de
stichting door de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer en door de VNG;
- geldgevers voldoende zekerheid eisen omtrent de nakoming van de beta
lingsverplichtingen van geldnemers;
ten behoeve van evenbedoelde zekerheidsstelling de stichting een
standaardovereenkomst van borgtocht met de geldgever kan sluiten;
tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de
stichting jegens de geldgevers, de gemeente - evenals het Rijk dat op 10
november 1993 heeft gedaan - een standaardachtervangovereenkomst met de
stichting sluit;
- de gemeente - evenals het Rijk - op in de achtervangovereenkomst
omschreven wijze renteloze leningen aan de stichting zal verstrekken,
teneinde te allen tijde liquiditeitstekorten bij de stichting te
voorkomen
- de stichting aan de gemeenten die de achtervangovereenkomst sluiten de
mogelijkheid biedt de financiële risico's die voortvloeien uit de vóór
1 januari 1995 afgegeven garanties over te dragen aan de stichting door
middel van het sluiten vn een afkoopovereenkomst met de stichting;
- door de hierboven bedoelde afkoopmogelijkheid het financiële risico voor
de gemeente wordt begrensd doordat de bij tegenvallende ontwikkeling aan
de stichting te betalen aanvulling op de afkoopsom is gemaximeerd;
BESLUIT
1. een achtervangovereenkomst aan te gaan met de stichting - conform het
aangehechte exemplaar - waarbij de gemeente met de stichting overeenkomt
dat, indien en voor zover het fondsvermogen van de stichting, zoals
omschreven in de achtervangovereenkomst, een niveau bereikt dat minder
is dan anderhalf maal het gemiddelde verliesniveau zoals omschreven in
de achtervangovereenkomst, de gemeente zich jegens de stichting zomede
jegens de geldgever verbindt aan de stichting gelden te leen te ver
strekken op de wijze, onder de voorwaarden en tot het bedrag als in de
achtervangovereenkomst is bepaald;