-8-
De voorzitter antwoordt, dat de bewaking van de middelen een taak van
het college is, die zeer nauwgezet vervuld wordt. En wanneer - of
zelfs voordat - het college in de problemen zou komen, wordt de raad
hiervan tijdig op de hoogte gesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
14Rondvraag.
Raadslid Van Casteren reageert op de brief van het college aan Gedepu
teerde Staten als antwoord op het voorontwerp-Uitwerkingsplan Streek
plan Noord-Brabant stadsregio Breda. Een degelijk, goed beargumenteerd
antwoord, waarin het college een aantal opties weerlegt, die niet
gewenst zijn voor de toekomst van Teteringen en in strijd zijn met
eerdere afspraken, gemaakt in het stadsregionaal overleg in deze. Ook
de Teteringse Structuurvisie past in het geheel niet in het vooront
werp van de provincie. Maar ondanks dit kundig stuk kan de ongerust
heid bij De Dorpsgemeenschap niet worden weggenomen. Te vaak is zijn
fractie in het beleid van de provincie teleurgesteld, ook wanneer met
goede, steekhoudende argumenten het gelijk aan Teteringse zijde leek
te zijn. In de provinciale politiek geeft niet de kracht van argumen
ten de doorslag, maar de macht van het getal. Hij wijst op de arrogan
te manier waarop gereageerd wordt op de inbreng van kleine gemeenten
met betrekking tot de herindelingsproblematiek. Pro forma worden er
hoorzittingen georganiseerd, maar geluisterd wordt er niet. Deze wijze
van politiek voeren is tijdens de jongste verkiezingen genadeloos
afgestraft. Hopelijk heeft men in Den Bosch hier iets van geleerd.
Maar hij is bang, dat dit niet het geval is. De provinciale verkiezin
gen in maart zullen dan ook nodig zijn om dit gedrag af te straffen.
Helaas is het dan vermoedelijk te laat voor Teteringen.
Daarom nodigt De Dorpsgemeenschap het college uit om mee te denken
over het volgende.
Argumenten helpen kennelijk niet om Teteringen voor de toekomst te
behoeden voor iets, dat niemand wil. In gesprekken met Bredase colle
geleden is gebleken, dat op korte termijn op constructieve wijze met
het bestuur van Teteringen gepraat wenst te worden. Teteringen moet zo
langzamerhand af van het idee, dat Breda de boze wolf is, die geitje
Teteringen wil verslinden, want ook Breda is gebaat bij oplossingen
die een breed draagvlak hebben. Blijven staan op formele standpunten
is in het nadeel van de gemeente, want Breda heeft de factor tijd aan
haar zijde.
Voor zijn fractie is met Breda alles bespreekbaar. De gedachten van
voorhouden van worst en vangen van vliegen met stroop hebben wat hem
betreft de voorkeur boven het stellen van eisen. De Dorpsgemeenschap
streeft naar een dorpsraad, die na herindeling de garantie biedt dat
Teteringen mee kan denken over wat er in het dorp moet gebeuren, en
nu, nu de gemeente nog zelfstandig is, moet er maar lijdelijk afge
wacht worden welke plannen de provincie en Breda voor Teteringen
maken, waarna vervolgens daartegen verzet kan worden gepleegd. Zijn
fractie vindt het het belangrijkst om mee te praten over de toekomst
en daarmee ontwikkelingen om te buigen in de voor Teteringen gewenste
richting. Volharden in nee zeggen betekent Breda argumenten in handen
spelen om zaken nog even uit te stellen, waardoor in gang gezette
ontwikkelingen gefrustreerd worden en nieuwe ontwikkelingen worden
uitgesteld totdat, buiten en zonder Teteringen, de aan Teteringen zo
dierbare ruimten door planologen ingevuld worden. En dat mag de raad
zich niet laten welgevallen. Daarom vraagt hij het college om alles in
het werk te stellen om in gesprek te komen met Breda over de toekomst
van Teteringen en die van Breda.
Ook raadslid Adriaansen heeft kennis genomen van het voorontwerp
Uitwerkingsplan Streekplan Noord-Brabant, resultaat van de studie van
de stuurgroep, die nota bene onder voorzitterschap stond van een lid
van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. In de pers is breed bekend
gemaakt, waar de grote woonlokaties zouden komen. Iedereen verwachtte
dat, wanneer deze stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van
acht gemeenten en voorgezeten door genoemd Staten-lid, een plan moest
smeden voor de stadsregio Breda, het provinciaal bestuur dan in grote