-19-
aan. Hij wil geen vergelijking maken van David en Goliath, maar zonder
onbeschoft te worden zou men met Breda best wat harder kunnen onderhan
delen. En als Teteringen dan verloren heeft: oké, maar hij zou het
betreuren, als er straks twee mensen van het college daar naar toe gaan
en dat dan de derde wethouder zegt: je hebt het te hard aangepakt. Het
college moet met opgeheven hoofd het strijdtoneel kunnen verlaten, en
niet zoals De Dorpsgemeenschap suggereert. Daarmee is het belang van
het dorp niet gediend. Zwak onderhandelen heeft nog nooit tot resultaat
geleid.
De voorzitter antwoordt tot raadslid Van Casteren, dat de conducteur
niet te laat op zijn werk kwam. Hij had zijn werk uitstekend gedaan,
maar zijn baas zei, dat de trein niet mocht vertrekken. Het college had
een onderbouwing gegeven waaruit bleek, dat het bruto verkoopoppervlak,
zoals dat heet, in Teteringen zou kunnen worden uitgebreid. Maar deze
onderbouwing, die volgens het college uitstekend was uitgewerkt, werd
door de provincie en door het ministerie van Economische Zaken niet
geaccepteerd. Wat dat betreft, had het college zijn huiswerk dus wél
gedaan.
Spreker denkt, dat raadslid Joosen hetzelfde bedoelt te zeggen, wanneer
er door het college wordt gezegd, dat de onderhandelingen op een
rationele wijze, op basis van argumenten, met de gemeente Breda moeten
worden gevoerd. Maar hij wil graag aan De Dorpsgemeenschap de gelegen
heid geven haar standpunt nader toe te lichten.
Raadslid Van Casteren reageert als volgt. De Dorpsgemeenschap is niet
uit op eigen succes. Het gaat om Teteringen's belang. En dat moet ook
het belang van Teterings Belang zijn. Hij wil de schade beperkt houden,
en dat is beter voor Teteringen, dan er hard ingaan en niets bereiken.
Raadslid Joosen werpt daartegen in, dat dat onzinnige taal is.
De voorzitter constateert, dat de standpunten toch niet zo ver uit
elkaar liggen en dat het meer over de wijze van aanpak gaat dan om de
zaak zelf. En daar blijft hij bij.
Sluiting
De voorzitter sluit hierna de vergadering met het uitspreken van het
sluitingsgebed
Opgemaakt en vastgesteld,
20 oktober 1994.
Secretaris,
Voorzitter,
Arn. van dén Berg.
NOTSEPT/RIO