-57- Na heropening zegt de voorzitter dankbaar te zijn voor de complimenten die het college heeft gekregen voor zijn beantwoording in eerste termijn. Men had daarop ook zeer zijn best gedaan. De Dorpsgemeenschap had het college verzocht om Breda uit te dagen aan te geven: wanneer niet in westelijke richting gebouwd kan worden, waar dan wel? Volgens spreker is die uitdaging echter helemaal niet nodig, want Breda is daar heel duidelijk over en wil zoveel als mogelijk haar Vinex-locaties realiseren, die in het Uitwerkingsplan zitten. Daarnaast echter geeft deze gemeente aan, dat die locaties niet voldoende zullen zijn en dat er ook andere ruimtes moeten zijn wanneer zou blijken, dat de thans voorliggende Vinexlocaties niet voldoende zouden zijn of om de een of andere reden niet gebouwd kunnen worden. Dus als het aan Breda ligt zal de Vinexlocatie zoals die door de provincie voorzien is ten oosten van de Vugtpolder en van het natuurbeschermingsgebied aldaar, inderdaad uitgevoerd worden. Maar daarover is nu juist de protestbrief samengesteld, die door de raad in het eerste deel van deze vergadering is vastgesteld en die inmiddels naar de provincie verzonden is. En spreker heeft ook gezegd, dat het in het Uitwerkingsplan niet op het bord van Breda ligt waar de Vinexlocatie gevestigd wordt, maar dat de provincie daarin het laatste woord heeft. Daarover is het gemeentebe stuur dan ook met de provincie en de gemeente Breda in gesprek. Van die gesprekken zal de raad ook op de hoogte worden gesteld in de commissie vergaderingen Hij had aan het CDA een antwoord gegeven betreffende zaken die aan de orde komen in het overleg van het college met het college van de gemeente Breda. Dit antwoord was formeel en spreker heeft gezegd, dat het college in ieder geval op die zaken in de commissie zou ingaan, die voor besluitvorming in aanmerking komen. Aan de commissies is ook toegezegd dat het overleg met Breda in alle commissievergaderingen als vast agendapunt wordt geagendeerd. Maar die planning is niet altijd op elkaar af te stemmen. Wanneer het om hele zware zaken gaat worden er uiteraard extra vergaderingen belegd, maar in de loop van de besprekin gen zal het niet altijd nodig zijn om precies alle punten in de commis sie door te nemen. Dat zal zeker ook niet de bedoeling van de Dorpsge meenschap zijn, want in deze heeft het college ook zijn eigen verant woordelijkheid in het kader van de door de raad uitgezette lijnen. Raadslid Van Casteren stipuleert, dat zijn fractie het ook heeft gehad over de grote lijnen, vertrekpunten en doelstellingen etc. De voorzitter vervolgt. De WD vraagt of het college de consequenties van de afbouw van het gemeentefonds na 1996 ook in het overleg met Breda meeneemt. Volgens hem is het zo, dat na herindeling de nieuwe gemeente de consequenties van de wijzigingen van de uitkeringen van het gemeentefonds voor haar rekening neemt. Dit is geen zaak om daarover op dit moment te overleggen, omdat na de herindeling een geheel nieuwe situatie is ingetreden. Mocht het zijn, dat in 1996 herindeling nog niet heeft plaatsgevonden, dan zal het voor Teteringen een zorg zijn hoe de eerste tranche van de afbouw van de uitkering door de gemeente wordt opgevangen. Maar dat is een geheel andere zaak, hetgeen ook ver meld is bij de risico's, die gelopen worden, waarover het gemeentebe stuur zich maar moet beraden in het kader van een - eventuele - nieuwe begroting voor 1996. Raadslid Braat meent toch begrepen te hebben, dat na 1996 er substanti ële reducties zullen komen op de uitkering uit het gemeentefonds en dat dat ook mede een onderwerp zou kunnen zijn bij de besprekingen met Breda, dus in de sfeer van enige zorg over de financiële gang van zaken na 1996. Zo heeft hij het althans bedoeld. De voorzitter antwoordt, dat de wijzigingen er juist in bestaan dat er een verschuiving plaatsvindt tussen kleinere en grotere gemeenten, dus het effect van die afbouw zou voor Breda best wel eens positief kunnen zijn. Vandaar dat het college zich daarover nog geen zorgen maakt. De Dorpsgemeenschap maant tot enige terughoudendheid bij verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan De Posthoorn. Maar het college is het daarmee niet zo eens, omdat initiatieven die naar de gemeente toekomen ook positief benaderd moeten worden en dat vanuit de voorwaardenschep pende beleidsverantwoordelijkheid alles in het werk moet worden gesteld om op die zaken, die ten voordele van de ontwikkeling van de gemeente zijn, in te gaan. Natuurlijk niet op alle luchtkastelen en fantastische verhalen, die de gemeente te horen mocht krijgen, maar op redelijk serieuze zaken gaat het gemeentebestuur in. Dan is het achteraf heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 57