-58-
makkelijk om te zeggen: om verschillende redenen is het plan niet
gelukt, maar het college zou veel meer te verwijten zijn, wanneer het
niet zou ingaan op zich voordoende ontwikkelingen. Daarom wil het
college zo alert mogelijk ingaan op de gelegenheden die geschapen
worden. En als dat dan niet of niet helemaal lukt, dan is dat jammer,
maar spreker vindt, dat in de afgelopen tien, vijftien jaar meer zaken
goed zijn afgelopen dan slecht. Maar soms loopt het uiteraard wel eens
mis.
Raadslid Van Casteren wil het college totaal geen schuldgevoel aanpra
ten en heeft ook gezegd dat het college in deze ook weinig blaam treft,
maar een wijziging van een bestemmingsplan of een voorbereidingsbesluit
betreft natuurlijk altijd twee partijen. Voor de ene partij kan het van
belang zijn met het oog op nieuwe ontwikkelingen, maar het kan bijvoor
beeld een negatief belang zijn voor de bewoners ter plekke. En mis
schien is in dit geval, ook door de raad, dit belang wat licht gewogen.
De voorzitter zou dit laatste ook heel goed benadrukt willen zien, want
de raad heeft indertijd dit voorbereidingsbesluit genomen.
Wat dat betreft vindt hij het dan wel leuk om aan te halen wat de
Dorpsgemeenschap heeft geadviseerd inzake de locatie Hoolstraat/Groen-
straat, want daar zegt deze fractie, dat het college zich daar minder
passief in moet opstellen en alternatieven ontwikkelen, die dan met de
raad besproken dienen te worden. Dus daar moet het college dan weer wél
zijn nek uitsteken.
Raadslid Van Casteren meent, dat zijn woorden inzake het bedrijventer
rein De Posthoorn in de eerste termijn verkeerd zijn geïnterpreteerd.
Zijn fractie geeft het college daarmee geen draai om de oren, want hij
heeft ook gezegd, dat het college weinig blaam treft. Maar anderzijds
is hij het met het college eens, dat er een voortvarend beleid gevoerd
moet worden, of gevoerd wordt. Maar soms pakt dat inderdaad wel eens
verkeerd uit, dat wilde hij slechts signaleren.
De voorzitter vindt het toch prettiger, wanneer de Dorpsgemeenschap het
college hulde betuigt, dan dat er alleen gezegd wordt, dat het college
minder blaam treft.
Hij vervolgt met
Hoofdfunctie 1 Openbare Orde en Veiligheid.
De WD geeft terecht aan, dat de speerpunten, geformuleerd door het
bureau Vlaanderenstraatgeheel en al uitgevoerd moeten worden. Daarom
zal het college in het overleg met de Officier van Justitie en de
politie ook zeker op die zaken ingaan. En de opmerkingen die daar
gemaakt zijn hebben ook zeker geen afbreuk gedaan aan de gestelde
speerpunten. Maar hij heeft toch willen wijzen op het dilemma, dat
bijna dagelijks over het politieoptreden wordt gehoord, over de keuzes
die gemaakt moeten worden in de beperkte middelen die ter beschikking
staan.
Teterings Belang is van mening, dat Binnenlandse Zaken de 5.000,00
voor de reservepol it ie zou moeten betalen en dat men veel meer belang
heeft bij de eerste drie prioriteiten van het politieteam. Daar is het
college het mee eens, maar er is met name gevraagd om meer politie op
straat. En daarom is er een afspraak gemaakt met het bureau Vlaanderen
straat en met justitie, dat dit bedrag beschikbaar zou worden gesteld
voor de inzet van de reservepolitie, want die is nu juist in staat om
door het maken van meer uren nadrukkelijk aanwezig te zijn op die
tijdstippen dat de bevolking ook verwacht meer politie te zien. Het is
een goede zaak, en daarom is dat vorig jaar ook besloten, om via de
reservepolitie de politie meer zichtbaar te maken in de gemeente.
De subsidiebijdrage voor de Dierenbescherming, afdeling Breda, is niet
opgenomen, omdat deze instantie zelf een prognose heeft gegeven omtrent
de te verwachten bijdrage in het jaar 1995. De onderbouwing daarvan is
ook het college niet bekend.
Het CDA wijst inzake de vestiging van een tweede supermarkt op de
grootstedelijke situatie, waar wel supermarkten in een aantal bij
elkaar zitten. Maar dat is nu juist het verschil tussen die situatie en
de samenwerking zoals die in het dorp bestaat. Wat dat betreft worden
daar de bepalingen van het rijks- en provinciaal beleid op losgelaten.
Het college heeft getracht met allerlei argumenten om deze stellingen
onderuit te halen, maar dat is niet gelukt en, hoe graag het college
ook anders zou antwoorden, er zijn absoluut geen verdere mogelijkheden
om op het Willem-Alexanderplein een tweede supermarkt te vestigen.