-63-
Inzake hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en Milieu, geeft wethouder
Verstegen antwoord op de vraag van de Dorpsgemeenschap inzake de
mogelijkheid tot verkrijging van adviezen hoe gemeenten initiatieven
kunnen nemen om op de juiste wijze asbest te verwerken. Het college
weet exact waaraan men moet voldoen en men heeft de beschikking over
die informatie. En dat is aanleiding geweest om te zeggen: als aan de
Herikaard alle voorgeschreven maatregelen zouden moeten worden genomen
om te voldoen aan die voorschriften inzake het van de burgers in
ontvangst nemen van asbest, dan gaan daarmee onverantwoord hoge kosten
gepaard en daar moeten we niet aan beginnen. De firma Stolwerk in Breda
neemt dus alle partijen af, mits die worden aangeleverd in plastic. En
bij nauwkeurige nalezing van het betreffende artikel zal blijken, dat
het voor de gemeente onverantwoord is om zich daarin te gaan speciali
seren. En ten aanzien van de opmerking, dat daarmee de verantwoording
van de gemeente wordt doorgeschoven naar de burger, geeft hij ten
antwoord, dat de gemeente hooguit de individuele burger kan wijzen op
de mogelijkheid die er bestaat om deze stoffen op verantwoorde wijze
aan te bieden ter verwerking. Daarom is hij niet van mening, dat de
gemeente op deze wijze haar verantwoording niet neemt. En om hiervoor
investeringen aan te gaan, vindt het college onverantwoord.
Vervolgens neemt de voorzitter de beantwoording ter hand van
hoofdfunctie 8 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting.
Hij is van mening, dat vanavond niet moet worden ingegaan op het betoog
van de Dorpsgemeenschap met betrekking tot het redelijk gecompliceerde
verhaal: Vinexlocatie, Structuurplan, Uitwerking Streekplan, maar dat
dit in goed overleg in commissie- en raadsverband moet worden bespro
ken.
Deze fractie merkt nog op dat, als de nieuwe bouwlocatie aangebouwd
gaat worden aan Teteringen, dit meer draagvlak zal geven. Daarmee is
hij het eens, maar de voorzieningen die nu voor Teterings grondgebied
in de nieuwe Vinexlocatie worden voorzien, zullen volgens zijn informa
tie niet aan Teteringen worden aangebouwd en dat veroorzaakt dus
volgens hem voor de gemeente niet een groot draagvlak, maar de grote,
nieuwe bouwlocatie zal zijn eigen voorzieningen krijgen. Dus de
zienswijze uit de eerste termijn is niet aan de orde. En hierdoor
dreigen eigenlijk alle spraakverwarringen en misverstanden.
Raadslid Van Casteren gaat er niet verder op in, maar het college zou
moeten trachten te bewerkstelligen, dat Teteringen niet alleen te maken
krijgt met de ellende, maar ook profiteert van alle goede dingen bij de
herindeling.
De voorzitter merkt aan het adres van deze fractie nog op, dat het
college volop bezig is om, zolang dit nog mogelijk is, mee te werken
aan de versnelde uitvoering van het plan De Haenen. Er is achteraan in
het plan begonnen en er wordt dus naar voren toe gebouwd, en de
gemeente wil nu meer energie steken in het naar voren bouwen dan in het
nu voeren van discussie ter zake van het eerste stuk over de aanleg van
geluidswallen en alles wat daarbij behoort. De discussie zou moeten
gaan over het besteden van de gelden, die overblijven uit de exploita
tie van dit bestemmingsplan, zodanig, dat de aanleg van geluidswallen
achterwege kan blijven.
Het gaat er raadslid Van Casteren om, dat het college dit niet vanwege
energie en tijd laat zitten, om dan straks geconfronteerd te worden met
zaken, die de gemeente absoluut niet wil. En als er mogelijkheden zijn
op een ander vlak, dan wil hij graag over meedenken.
De voorzitter merkt op, dat dit in de prioriteiten wat verder naar
achteren zit.
Het CDA vraagt om de exploitatieopbrengsten van De Haenen ter beschik
king te stellen van bovenwijkse voorzieningen. Daar wordt in elk geval
rekening mee gehouden, maar in de eerste plaats wil het college deze
gelden voor de stads- en dorpsvernieuwing aanwenden, dan voor optimali
sering van voorzieningen en mocht er dan nog geld over zijn, dan zouden
hiervoor nieuwe keuzes gemaakt kunnen worden.
De WD-fractie haalt citaten aan inzake de herinrichting van het
Willem-Alexanderplein, die naar de mening van spreker geheel en al
onderbouwen hetgeen het college geantwoord heeft op de stellingen van
de WD. De stedebouwkundige opzet strookt in het geheel niet met het
aanleggen van het Willem-Alexanderplein; integendeel, als die recon
structie doorgaat, dan geeft het des te meer een druk om de pleinranden