gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 6 december 1994;
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen
1995.
Artikel 1 Belastingplicht
1. Onder de naam 'onroerende-zaakbelastingen' worden ter zake van binnen
de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:
a. een gebruikersbelasting van degene die - naar de omstandigheden
beoordeeld - bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak
al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk
recht gebruikt;
b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalen
derjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom,
bezit of beperkt recht.
2. Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt:
a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik
door een door het college van burgemeester en wethouders aan te
wijzen lid van dat huishouden;
b. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in
gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel
in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft
gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene
aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
c. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig
gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak
ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter
beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te
verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij
het begin van het kalenderjaar als zodanig bij het kadaster bekend
staat, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 2 Belastingobject
1. Als één onroerende zaak wordt aangemerkt:
a. een gebouwd eigendom;
b. een ongebouwd eigendom;
c. een gedeelte van een onder a of b bedoeld eigendom dat blijkens
zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden
gebruikt
VERONRZA.R12