gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 14 februari 1995;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende, 7e wijziging van de Algemene Plaatselijke
Verordening 1988;
Artikel 1
Artikel 5.4.2. vervalt en komt als volgt te luiden:
Artikel 5.4.2. Beperking gemotoriseerd verkeer en ruiterverkeer in natuur
gebieden
1. Burgemeester en wethouders kunnen voor publiek toegankelijke natuurge
bieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare
terreinen aanwijzen ten aanzien waarvan zij verklaren, dat het rijden
met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, RW 1990 of een
bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, RW 1990 of met een paard
aldaar overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaar
den.
2. Het is verboden op krachtens het eerste lid aangewezen plaatsen:
a. zich met een motorvoertuig of een bromfiets als bedoeld in het vorige
lid of met een paard te bevinden, dan wel
b. zich met een motorvoertuig, met een bromfiets of met een paard te
bevinden op een in die aanwijzing aangeduid tijdstip.
3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor bestuurders van
motorvoertuigen en bromfietsen en voor berijders van paarden:
a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en
van andere krachtens artikel 29, eerste lid, RW 1990 door de minis
ter van verkeer en waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten;
b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie
van de door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen;
c. die worden gebruikt in verband met werken welke krachtens wettelijk
voorschrift moeten worden uitgevoerd;
d. van de zakelijk gerechtigden en huurders en pachters van percelen
gelegen binnen de door burgemeester en wethouders aangewezen plaat
sen;
e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de
onder d bedoelde personen.
4. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt voorts niet:
a. op wegen als bedoeld in de Wegenverkeerswet;
b. op wegen die krachtens de wet van 14 mei 1981, Stb. 287 voor motor
rijtuigen of categorieën daarvan gesloten zijn verklaard;
c. binnen de bij of krachtens de provinciale verordening zijn aangewezen
als "toestel".
5. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het
tweede lid gestelde verbod.
I