tijd slechts medegeteld bij de berekening van het pensioen waarbij
die tijd het hoogste bedrag oplevert.
Artikel 39
Artikel 45 wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid, onder b, ten tweede, wordt de zinsnede "een weduwenpen-
sioen, een tijdelijke weduwenuitkering" vervangen door: een pensioen, een
tijdelijke uitkering.
Artikel 40
In artikel 47, tweede lid wordt het woord "weduwenpensioen" vervangen door:
nabestaandenpensioen, en wordt de zinsnede "artikel 9, zesde lid onder a"
vervangen door: artikel 9, tiende lid, onder a of b.
Artikel 41
In artikel 48, eerste lid, wordt de zinsnede "van een algemeen weduwen- of
wezenpensioen of van een tijdelijke weduwenuitkering" vervangen door: van
een algemeen pensioen of tijdelijke uitkering.
Artikel 42
Artikel 49 wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel a worden de woorden "weduwen- of wezenpensioen" vervangen
door: nabestaanden- of wezenpensioen.
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. Indien een nabestaande recht heeft op een pensioen op grond van
artikel 8, eerste lid onder a van de Algemene Weduwen- en Wezenwet,
doch geen van de in evengenoemde bepaling bedoelde kinderen recht
heeft op pensioen, wordt uitgegaan van het bedrag van het pensioen
dat geldt voor degenen op wie artikel 20, elfde lid onder a van
genoemde wet toepassing vindt.
Artikel 43
Artikel 57 komt te luiden:
Artikel 57
1. De wedde, bedoeld in artikel 18, of de pensioengrondslag bedoeld in de
artikelen 19 en 19a, behorende bij een pensioen als bedoeld in arti
kel 16 of bij een uitzicht op een pensioen bij het bereiken van de
leeftijd van 65 jaar, worden telkens gewijzigd overeenkomstig een
algemene bezoldigingswijziging, ten einde een aan die algemene bezoldi
gingswijziging evenredige aanpassing van het pensioen te bewerkstelli
gen.
2. Onder een algemene bezoldigingswijziging als bedoeld in het eerste lid
wordt verstaan een zodanige wijziging, vastgesteld met toepassing van
artikel A8, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet.
3. Indien met toepassing van artikel A8, zesde lid, van de Algemene
burgerlijke pensioenwet aan pensioengerechtigden een eenmalige uitke
ring wordt toegekend, wordt aan degene die recht heeft op een pensioen
ingevolge deze verordening overeenkomstig een eenmalige uitkering
toegekend.
Artikel 44
Artikel 59 komt te luiden:
Artikel 59. Inhoudingen.
1. Op de wedde van de wethouder worden volgens bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te stellen regelen bedragen ingehouden overeen
komstig de inhouding van bedragen op de bezoldiging van degene die
behoort tot het overheidspersoneel, ter zake van aanspraken bij