werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
2. Op de uitkering van de gewezen wethouder worden volgens bij of krach
tens algemene maatregel van bestuur te stellen regelen bedragen
ingehouden overeenkomstig de inhouding van bedragen, ter zake van
aanspraken als bedoeld in het eerste lid, op een werkloosheids- of
arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van een voor overheidsperso
neel getroffen regeling.
3. Geen inhouding van bedragen ter zake van aanspraken bij ouderdom en
overlijden vindt plaats voor zover tijd niet meetelt als pensioen
diensttijd en op uitkeringen bedoeld in artikel 4a, alsmede in de
gevallen bedoeld in de laatste volzin van artikel 18, vierde lid.
Artikel 45
Artikel 63 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden: Ingang nabestaanden- en
wezenpensioen en tijdelijk pensioen.
2. In het eerste lid worden de woorden "weduwen- en wezenpensioen"
vervangen door: nabestaanden- en wezenpensioen.
Artikel 46
Artikel 65.
In het vierde lid onder b dient na de zinsnede "in artikel 214 of 215" te
worden toegevoegd: van boek 1.
Hetzelfde geldt voor de zinsnede "artikel 227".
Artikel 47
Artikel 66 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden: Nabestaandenuitkering.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een gepensioneerde
wethouder wordt aan diens nabestaande, van wie hij niet duurzaam
gescheiden leefde, een uitkering toegekend ten bedrage van zijn
pensioen over een tijdvak van twee maanden (nabestaandenuitkering).
Bij ontstentenis van een nabestaande van wie de overledene niet
duurzaam gescheiden leefde, geschiedt de uitkering ten behoeve van
minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of
minderjarige kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke
zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor
het onderhoud en de opvoeding van het kind, als was het een eigen
kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het
genieten van een vergoeding daarvoor.
Artikel 48
Artikel 72.
Het vierde lid vervalt. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.
Artikel 49
In artikel 76 wordt het woord "weduwen" vervangen door: nabestaanden.
Artikel 50
In artikel 81, tweede lid, onder b, wordt het woord "weduwe" vervangen
door: nabestaande.