-32-
tie neerkomt op milieubelastende factoren in de omgevingsruimte als gevolg
van het composteren in de openlucht.
Uitgaande van bovenvermelde Staat van bedrijven en rekening houdend met het
bereikte bestuursaccoord hieromtrent constateren wij, dat dat bezwaar
steekhoudend is en gegrond verklaard dient te worden.
Dit heeft weer als consequentie, dat het voorgelegde ontwerp-bestemmings-
plan niet voor vaststelling door uw raad in aanmerking komt.
Nu, conform het bepaalde in artikel 25 van de wet, omtrent de vaststelling
een beslissing is te nemen doet -mede in het licht van het vorenstaande- de
vraag zich voor, of de aan uw raad toekomende bevoegdheid tot afwijken/wij
zigen van het ontwerp-plan is te benutten teneinde het plan zodanig aan te
passen, dat er sprake zal zijn van een bestemmingsregeling voor een
(afgesloten compostbedrijfinclusief bijbehorende planvoorschriften.
Onverlet de beleidsmatige vragen inzake de planologisch/stedebouwkundige
effecten van zo'n planwijziging, willen wij daarover het volgende opmerken.
In het bijzonder de bebouwingsregeling uit het voorliggende ontwerp-plan
zou dusdanig ingrijpend en omvangrijk veranderen, dat er onzes inziens
sprake zou zijn van een nieuw plan hetwelk opnieuw in procedure gebracht
zou moeten worden. Immers, bij een planwijziging in bovenbedoelde zin zou
de bestemmingsregeling nagenoeg in het geheel niet meer met het ontwerp in
overeenstemming zijn.
Afgaande op de constante jurisprudentie in deze, is een dergelijk gebruik
van uw bevoegdheid niet aanvaardbaar gelet op de tekst en het systeem van
de wet en het oogmerk van de wetgever door publicatie- en procedurevoor
schriften de rechtszekerheid voor een ieder te waarborgen.
De overblijvende bezwaren uit de zienswijzen betreffen aspecten als stank
en geluidoverlastverneveling percolatiewaterafvalverwerking en licht
hinder hetgeen aangelegenheden zijn, die de Wet milieubeheer regarderen en
derhalve geen afweging in het kader van de onderhavige procedure vergen.
Op grond van het vorenstaande is de zienswijze van de Stichting Golf Tete-
ringen gedeeltelijk gegrond en voor het overige, evenals de zienswijze van
de heer F.A.C.M. van Beek, ongegrond te verklaren en dient het bestemmings
plan niet vastgesteld te worden
Consequenties
De aan deze bestemmingsplanherziening verbonden kosten zijn verrekenbaar
met de gemeente Breda, overeenkomstig de schriftelijke toezegging van dat
gemeentebestuur d.d. 8 april 1994. Inmiddels is op een gedeclareerde
voorschotnota een betaling ontvangen.
Commi s s i ebehandelinq
De commissie Grondgebied, in zijn vergadering van 12 juni 1995 ter zake
gehoord, gaat met dit voorstel akkoord.
Ter inzage:
- ontwerp-raadsbesluit
- ontwerp-bestemmingsplan
- ingekomen zienswijzen en verslag hoorzitting
- briefwisseling met Breda inzake voormalig Philipsterrein
X:\grondgeb\rsbcompbru
Burgemeester en wethouders van Teteringen,
secretaris
A.C. van Rooij
burgemeester
Arn. van den Berg.