Raadslid Adriaansen maakt toch graag onderscheid tussen de jaarreke
ning 1994 en de begroting 1996. 1996 is een apart circuit, waarin
mogelijk tariefstijging zou kunnen optreden en 1994 is een afrekening,
een boekhouding. 1994 is eenmalig, 1996 is structureel. Het eenmalig
geven van een prikkel aan de burgers is daarom volgens hem verant
woord, terwijl misschien in 1996 structureel een verhoging komt van
enkele tientjes. Dit hangt onder meer af van het stadsgewest en van
andere oorzaken, dat moet worden afgewacht.
Raadslid Horward vindt, dat, als dit voorstel zou leiden tot een
tekort op de jaarrekening, zijn fractie daar ernstige bezwaren tegen
zou hebben, want dit kan helemaal niet. Waar op onderdelen geld
overblijft, zal op andere onderdelen, waar men geld tekort komt, door
burgers wellicht te weinig zijn betaald; dat compenseert elkaar dan.
Wat er ook gebeurt, het mag nooit leiden tot een tekort op de jaarre
kening
De voorzitter dankt voor de aan college en ambtelijke medewerkers
toegezwaaide lof. Vooral de laatsten dragen de hitte van de dag,
terwijl het bestuur met de complimenten gaat strijken, terwijl men er
eigenlijk alleen maar met een welwillend oog naar heeft gekeken.
Tot raadslid Adriaansen zegt hij inzake de WVG, die een overschot
toont in 1994, dat er naarmate aan de overschotten van deze regeling
meer bekendheid wordt gegeven, er ook steeds meer een beroep op wordt
gedaan. In 1995 neemt dit - gelukkig - steeds grotere vormen aan,
zodat mensen gebruik gaan maken van de rechten, die zij hebben. Ook
komen er zaken als het deeltaxisysteem op de gemeente af. Het zal dus
niet meer zo vaak voorkomen, dat er gelden in de regeling WVG over
blijven, gezien de toenemende intensiteit, waarmee van de WVG gebruik
wordt gemaakt. Men zou misschien anders nog kunnen gaan denken dat het
rijk niet onverstandig geweest is om deze gelden door te centraliseren
naar de gemeenten.
Wat betreft de opmerking van raadslid Braat over de 'professionele
cosmetica' tast hij een beetje in het duister.
Raadslid Braat verduidelijkt dit bij interruptie. Hij heeft er drie
posten uitgehaald, die tezamen uitkwamen op 327.000,--, en alle drie
goed onderbouwd. Hij vraagt zich derhalve af of het voordelig saldo
van 17.000,-- niet ongunstiger is, dan zoals het er staat.
De voorzitter antwoordt, dat er nu eenmaal getracht wordt om de mee-
en tegenvallers, die er altijd in een jaarrekening optreden, zo goed
mogelijk recht te trekken.
Tot raadslid Horward zegt spreker, dat deze waarschijnlijk doelt op
het teveel in details treden in dit rapport. Hij adviseert dus het
college om te vragen aan het' VB om een accountantsrapport voor de raad
en een management-letter voor het college. Dat wil hij doen, maar de
accountant neemt altijd een zeer onafhankelijke positie in en kan niet
'gestuurd' worden door een opdrachtgever.
Het saldo van het overschot is in werkelijkheid 63.000,-- en natuur
lijk is dit altijd nog de moeite waard. Maar je kunt dit ook bagatel
liseren, want het betekent, dat het overschot dit jaar 10% was,
waardoor het dekkingspercentage in 1994 voor het eerst sinds jaar en
dag boven de honderd uitkwam. Hij herinnert zich nog wel percentages
van goed 50, en daarop is destijds die hele formule ingezet van ieder
jaar 15%. In het verleden hoefden de burgers nooit bij te beta-lex en
werd het tekort uit de algemene middelen gedekt en nu er een keer over
is worden daarmee de uitgaven uit het verleden gedekt.
Bij interruptie zegt raadslid Braat, dat er gedurende een jaar of
zeven toch al een dekkingspercentage was van minimaal rond de 90%.
De voorzitter beaamt dit, maar dat betekent, dat er dus elk jaar 10%
tekort was. En nu is er 10% over. Voor 1995 en 1996 raamt de gemeente
weer een dekkingspercentage van 100 en gezien de hoge kosten die eraan
komen is het maar de vraag of dat voor 1996 wordt gehaald.
Tot raadslid Horward zegt spreker, dat er in de begroting 1996 voor de
verlaging van de verhoging niet veel ruimte zit, met name omdat er
geen verhoging voorzien is.
Bij interruptie merkt raadslid Van Casteren op, dat in het laatste
bulletin van het Stadsgewest is aangegeven, dat de tariefstelling van
het GFT door de provincie gelijk is gebracht. Dat heeft nogal wat
consequenties voor West-Brabant.