Voorgestelde wijzigingen.
Gelet op de bevindingen in het eerste uitvoeringsjaar en de beleidswijzi
gingen in m.n. de gemeente Breda worden de volgende beleidswijzigingen
voorgesteld
a. Inkomensafhankelijkheid.
Vervoers- en verplaatsingsvoorzieningen en roerende woonvoorzieningen.
Met name met het oog op het tegengaan van ondergebruik door de lagere
inkomensgroepen wordt voorgesteld om af te zien van een eigen bijdrage
resp. afstemming op het inkomen van gehandicapten met een inkomen tot IV2
maal het minimum. Het gaat daarbij om de verstrekking van hulpmiddelen in
bruikleen en om tegemoetkomingen voor aanschaf, aanpassing, onderhoud en
reparatie van met name vervoers- en verplaatsingshulpmiddelen en van
roerende woonvoorzieningen.
Hierdoor kan enerzijds een lastenverlichting worden bereikt voor dat deel
van de doelgroep dat de lasten het minst kan dragen en anderzijds worden
bereikt dat een berekening van de bijdrage achterwege kan blijven.
Ter bevordering van het gebruik van hulpmiddelen in bruikleen door gehandi
capten met hogere inkomens, wordt voorgesteld om de eigen bijdrage te
beperken tot de kosten van aanschaf van een hulpmiddel. Verwacht wordt dat
zodoende in meer gevallen ook voor de gehandicapten met een hoger inkomen
concreet een voorziening getroffen kan worden.
Collectief vervoer.
Collectief aanvullend vervoer kan vervoersproblemen sterk verminderen voor
gehandicapten die niet in aanmerking komen voor een financiële tegemoetko
ming. Daarbij gaat het met name om twee groepen: gehandicapten met een
bovenmodaal inkomen en gehandicapten die in een uitgesloten AWBZ-insteHing
verblijven
Voorgesteld wordt deze twee groepen in aanmerking te laten komen voor
gebruik van collectief aanvullend vervoer.
Woningaanpas s ing
Gelet op de gesignaleerde gevolgen voor de gehandicapte van het niet
volledig subsidiëren van woningaanpassingen wordt voorgesteld om de
subsidie voor de laagste inkomens (tot anderhalf maal het norminkomen) op
100% te stellen. Thans is de subsidie 100% voor inkomens tot het norm
inkomen en 90% voor inkomens tot 1V2 maal het norminkomen.
Voor de overige inkomens wordt voorgesteld de subsidie-percentage te
handhaven op het niveau van 1 april 1994.
De subsidieschaal ziet er dan als volgt uit.
Hoogte inkomen
percentage oud
percentage nieuw
tot 1 x minimum
100
100
tot IY2 x minimum
90
100
tot 2 x minimum
80
80
tot 2Yt x minimum
70
70
vanaf 2Vi x minimum
60
60
Voorts wordt voorgesteld om aanpassingen aan collectieve (woon)ruimte in
alle gevallen volledig te subsidiëren.
Voor wat betreft noodzakelijke, op het individu gerichte, aanpassingen in
nog op te leveren aanleun- steunpunt- en woon/zorg-complexen wordt voorge
steld deze bij de stichting te subsidiëren, onder voorwaarde dat een
eventueel niet gesubsidieerd deel niet ten laste van de huurder wordt
gebracht