Artikelgewijze toelichting
Behorend bij de Verordening algemene bijstand gemeente Teteringen 1996.
1 Algemene bepalingen
Artikel 1
Voor de gehanteerde begrippen wordt verwezen naar de Wet.
Het begrip 'gezin' is met name relevant voor de toepassing van regels met betrekking tot verlaging
van de basisuitkering. Het begrip wordt in deze verordening beperkt tot gezinnen, waarvan beide
echtgenoten tenminste 21 jaar zijn. Reden hiervoor is dat de basisuitkering voor beneden-21 -jarigen
over het algemeen fors lager ligt dan die voor boven-21-jarigen.
Voor de toepassing van de artikelen 5 en 6 (verlaging van de gezinsnorm) geldt een uitzondering
voor het gezin met kinderen, waarvan slechts één der echtgenoten 21 jaar of ouder is (basisnorm ex
artikel 29, tweede lid, sub c). De reden hiervan is gelegen in de totstandkoming van de basisnorm
voor dit echtpaar. Daarbij is de basisnorm ex artikel 29, eerste lid sub c (jong echtpaar zonder
kinderen) verhoogd met het bedrag van de maximale toeslag ex artikel 33 Abw. Het ligt in de rede in
die situatie het verlagingenbeleid te hanteren, bijvoorbeeld indien geen woonkosten verschuldigd
zijn.1
Het begrip woonkosten gaat verder dan het oude BLN-begrip. Hieronder wordt meer verstaan dan
het betalen van huur of de kosten verbonden aan eigen woningbezit. Een vergoeding voor
kostgeving of inwoning valt ook hieronder, ook ten aanzien van diegene, die bij zijn ouders inwoont.
Het gaat om kosten die direct op het gebruik van woonruimte betrekking hebben. Kosten in verband
met gebruik van energie, riolering e.d. behoren niet hiertoe. Energielasten, riool- en reinigingshef
fingen, behoren niet hiertoe. Voor een eigenaar-bewoner behoren wel tot de woonkosten, die
heffingen, waarmee de huurder niet te maken heeft (zoals waterschapslasten).
Voor een kamerhuurder wordt, uit praktische overwegingen, uitgegaan van de all-in prijs, aangezien
het huurbedrag meestal niet uitgesplitst is.
In alle gevallen geldt dat met deze kosten rekening wordt gehouden, indien deze zijn aangetoond.
Dit impliceert mede een aantoonplicht voor degene die bij zijn ouders inwoont. Deze kan op grond
van 2 voor een toeslag in aanmerking komen indien hij aantoont bij te dragen in de woon- en/of
huishoudingskosten.
De kosten moeten betrekking hebben op het normale gebruik van woonruimte. Daaronder worden
de normale woonfuncties als eten, maaltijdbereiding, lichaamsreiniging en slapen verstaan. Geen
rekening wordt gehouden met kosten van woonruimte, indien of voor zover deze wordt gebruikt als
bedrijfsruimte, opslagruimte of atelier. Normaal gebruik impliceert ook dat sprake moet zijn van
feitelijk gebruik van de ruimte door de belanghebbende: kosten van een woning, die niet door de
belanghebbende zelf wordt bewoont, worden niet als woonkosten aangemerkt.
Hier is voor de zorgbehoevende de definitie overgenomen, die voorheen in het BLN werd gegeven
aan de 'hulpbehoevende'. Om te benadrukken dat het gaat om een verzorgingsbehoefte - en uit het
oogpunt van harmonisatie - is gekozen voor de aanduiding 'zorg-' in plaats van 'hulp-'.
1 Verlaging op grond van artikel 6 zal naar verwachting niet voorkomen: daarin is immers een
aftrek geregeld in verband met inwonende, niet ten laste komende kinderen. Daarvan zal bij
jonggehuwden in het algemeen geen sprake zijn.
Sub a t/m e.
Sub c.
Sub f.
Sub g.