Het desbetreffende perceel Valkenstraat 5/5a is op 30 november 1989 gesplitst en de heer A.M.J.M. Langen (aanvrager) is sindsdien eigenaar van het perceel sectie B nr. 2807 ter grootte van 5 are 40 ca ofwel 540 m2 waarop zich de betreffende bedrijfsopstal bevindt. De planvoorschriften bepalen, dat de opstallen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel in het kader van een agrarisch toeleve ringsbedrijf tot maximaal 20%van de totale bedrijfsvloeroppervlakte alsmede voor de uitoefening van een bedrijf van zeer lichte, niet hinderlijke aard. Ingevolge een van de overgangsbepalingen is bovendien wijziging van dat gebruik toegestaan, indien daardoor het gebruik in kwalitatieve zin niet verder gaat afwijken van het plan. Verzoeker heeft in 1990 en in 1993 bij ons college reeds eerdere pogingen ondernomen een bestemmingswijziging gerealiseerd te krijgen. Met onze brieven van 12 april 1990, 20 februari 1991 respectievelijk 30 juni 1993 is daar gemotiveerd afwijzend op gereageerd. De hiervoor vermelde vrijstellingsbevoegdheid is door ons op 28 juli 1992 benut voor het toelaten van het vestigen van een winkel annex restauratie atelier ten behoeve van een antiquarian horologist. Een soortgelijke beschikking - genomen op 19 januari 1993 - voor het vestigen van een atelier, respectievelijk assemblage- en opslagruimte voor zonneweringsarti kelen is nadien door de Raad van State op verzoek van omwonenden geschorst vanwege het ontbreken van een deugdelijke grondslag daaraan. Zoals reeds is uiteengezet is de betreffende bevoegdheid erg geclausuleerd en dient deze zeer stringent te worden toegepast. Het pand is laatstelijk verhuurd aan een handelsfirma voor meet- en analytische apparatuur voor onder meer de agrarische sector en als zodanig passend te achten binnen de vigerende bestemming "agrarisch toeleveringsbe drijf" Ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van het landhuizengebied valt thans te constateren, dat er weliswaar sprake is van zogeheten zoekruimte voor woningbouw, doch op/rondom de onderhavige deellocatie zal - met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid - nimmer een hoge bebouwingsdicht heid ontstaan. Conclusie uit al het vorenstaande is, dat het realiseren van een woning op de onderhavige plaats uit een oogpunt van ruimtelijke ordening bezwaren ontmoet. Het gebied kent een zekere landschappelijke waarde en heeft een, relatief bezien, bijzonder lage bebouwingsdichtheid, die daar passend en verantwoord is Consequenties Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Commi s s i ebehande1inq In de vergadering van de commissie Grondgebied van 10 juni 1996 verklaarden zich drie leden voor en drie leden tegen dit voorstel Burgemeester en wethouders van Teteringen, secretaris, burgemeester, A.C. van RooijArn. van den Berg. Ter inzage ontwerp-raadsbesluit verzoek van T. Langen dd. 19 mei 1996; bestemmingsplan "Landhuizengebied Valkenstraat"; brieven gemeentebestuur dd. 12 april 1990, 20 februari 1991 en 30 juni 1993 AFWVALK.R06

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 34