-13- het onderhavige pand, nadat de voorwaarden, die altijd gesteld worden bij wijziging van een bestemmingsplan, worden ingewilligd. Het lijkt hem niet zinnig om hierop nog verder in te gaan: de beleids- argumenten zijn door het college in dit voorstel naar voren gebracht en de raad heeft om hem moverende redenen hierover andere gedachten. Raadslid Van Casteren zegt, dat het argument dat de gemeente niet lang meer zelfstandig zal bestaan wel een van de argumenten is geweest, maar dat dit toch een ondergeschikte rol heeft gespeeld (dit zegt hij aan het adres van het CDA) Het argument van zijn fractie is, dat de beste oplossing niet mogelijk is, n.l.: dat ding had er nooit mogen komen, dat moet daar weg. Dan kan men kiezen uit twee kwaden: het laten staan zoals het is (gevaar: verloedering), of een bestemmings wijziging en daaraan meewerken. Indertijd heeft De Dorpsgemeenschap duidelijk gekozen om er niet aan mee te werken, omdat toen nog de illusie bestond, dat het als bedrijfspand zou kunnen worden ingericht. Inmiddels is na 17 jaar gebleken, dat dit niet haalbaar is. Daarom valt zijn keuze nu anders dan in het verleden, hetgeen niet wegneemt, dat het indertijd ingezette, consistente beleid eigenlijk het meest juiste zou zijn. Raadslid Adriaansen respecteert de visie van De Dorpsgemeenschap, maar blijft toch bij zijn standpunt. De voorzitter constateert, dat het collegevoorstel niet wordt gevolgd door de gemeenteraad en dat in de verhouding 8 3 dit voorstel wordt verworpen. Dit houdt in, dat hiermee het college de opdracht krijgt een bestemmingsplanwijziging voor te bereiden op basis van het betref fende verzoek. 15Voorstel tot het vaststellen van het meerjarenprogramma als bedoeld in artikel 3 van het Besluit Rijkssubsidieregeling Restauratie Monumenten (B.R.R.M. Raadslid Van Casteren is aangenaam verrast door het goede werk dat is verricht door de Monumentencommissie en met name door de heer Dolné. Indertijd is door zijn fractie met de nodige scepsis aangekeken tegen instelling van bedoelde commissie en haar taak; nu is De Dorpsgemeen schap zeer enthousiast over het resultaat dat er ligt. Breda kan straks beslist niet om dit werk heen en een stukje Teterings erfgoed is daarmee veilig gesteld. Toch vindt zijn fractie het onbegrijpelijk, dat bij vroegere verbou wingen zoveel is misgegaan. Is het toezicht van de raad hierbij tekort geschoten of moet alles worden afgewenteld op rijksmonumentenzorg? Raadslid Adriaansen is eveneens zeer content met de ontvangen inventa risatie. Hij moet die nog bestuderen, maar voorshands merkt zijn fractie op, dat bij de inventarisatie gemist wordt het orgel van de R.K. kerk, omdat juist in het verleden dit orgel ook gerestaureerd is met het belangrijke subsidie van de rijksregeling. Had dit orgel niet alsnog opgenomen moeten worden? Wethouder Verstegen meent, dat hier inderdaad sprake is van een geweldig, uitvoerig werk, dat in de novemberraadsvergadering hopelijk nog definitief zal worden vastgesteld, maar dat nu al dient als ondersteuning van de subsidieaanvraag, waarvan in het voorstel sprake is Tot raadslid Van Casteren zegt hijdat het toezicht op restauratie van de monumenten tot 1994 een taak is geweest van het rijk. Maar wanneer een verbouwinkje plaatsvindt zonder vergunningaanvraag be schikt de gemeente niet over de mensen, die daarop dagelijks toezicht kunnen houden. Dat geldt evenzeer voor het rijk. Natuurlijk is er in het verleden vaak iets misgegaan, soms uit praktische overwegingen of gezien vanuit het kostenaspect. Het is nu eenmaal gebeurd en daarom is spreker zeer blij met de inventarisatie, waarbij de stand van zaken van dit moment duidelijk in-beeld is, zodat bekeken kan worden welke ingrijpende verbouwingen nog plaats gaan vinden, die eigenlijk niet te tolereren zijn. Inderdaad staat op de lijst van 15 monumenten het orgel niet vermeld, zegt hij tot raadslid Adriaansen. Enerzijds omdat een aanvraag om subsidie niet aan de orde is, omdat het orgel pas gerestaureerd is, anderzijds behoeft een orgel een totaal andere beoordeling dan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 13