gemeente teteringen
-35-
Raadsvergadering dd. 26 september 1996
Agendanrg
Voorstel tot het vaststellen van de procedure voor het overleg tussen de
gemeenten en de schoolbesturen inzake de verordening onderwijshuisvesting
voor primair en voortgezet onderwijs.
Aan de raad,
Inleiding
Met ingang van 1 januari 1997 wordt zoals bekend de zorg voor de onderwijs
huisvesting door de rijksoverheid overgedragen aan de gemeenten. Dit
betekent dat gemeenten zelf beleid moeten gaan formuleren met betrekking
tot de onderwijshuisvesting. Het gemeentelijk beleid zal vertaald moeten
worden in een nog dit jaar door uw raad vast te stellen verordening inzake
onderwijshuisvesting voor primair en voortgezet onderwijs.
Gelet op het feit dat de voornoemde verordening met ingang van 1 januari
1997 in werking dient te treden en de gemeenten momenteel zeer intensief
bezig zijn met de voorbereidingen voor de gemeentelijke herindeling is op
voorstel van de ambtelijke werkgroep onderwijs door het project-college
besloten dat de vier gemeenten gezamenlijk de voorbereiding voor de
decentralisatie ter hand zullen nemen waarbij de gemeente Breda de trek-
kersrol vervult. Inmiddels ligt het eerste concept van de verordening
gereed ter bespreking.
Naar verwachting wordt nog deze maand een wijziging van de Wet op het
basisonderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Interimwet op het
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs van kracht waarin wordt bepaald
dat de procedure ten aanzien van het overleg tussen gemeentebestuur en
schoolbesturen over vaststelling of wijziging van de gemeentelijke verorde
ning inzake onderwijshuisvesting voor primair en voortgezet onderwijs door
uw raad moet worden vastgesteld.
Voorstel
De procedure voor het overleg met schoolbesturen inzake de verordening
onderwijshuisvesting voor primair en voortgezet onderwijs als volgt vast te
stellen
1Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen met
betrekking tot vaststelling of wijziging van de verordening huisvesting
voor primair en voortgezet onderwijs, worden de bevoegde gezagsorganen
in een overleg in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de
voorgenomen inhoud van dat voorstel naar voren te brengen. In beginsel
vindt dit overleg separaat plaats met vertegenwoordigers van besturen
van primair en voortgezet onderwijs;
2Tenminste vier weken voor de door burgemeester en wethouders vastge
stelde datum van het onder 1bedoelde overleg worden de gezagsorganen
schriftelijk in kennis gesteld van de voorgenomen inhoud van het
voorstel
3De bedoelde gezagsorganen die niet deelnemen aan het overleg als
bedoeld onder 1. kunnen voor de onder 2. bedoelde datum hun zienswijze
schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester
en wethouders stellen de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis;
Teteringen, 17 september 1996