-10-
bij eventuele schade de gemeente aansprakelijk zou zijn. En in overleg
met de verkeersdeskundigemaar met name met de aannemer, die elders
deze markeringen gebruikte, zijn die ruggen zo ingegraven. En wie is
hij dan om te zeggen, dat ze toch hoger moeten. Het is echt de bedoe
ling, dat de varkensruggen aangeven, dat je daar mag parkeren en hij
is ervan overtuigd, dat wanneer daar een auto daar overheen rijdt, hij
minder schade zal hebben dan van de paaltjes. Zijn zorg is, dat men ze
maar niet gaat gebruiken om van de ene kant naar de andere kant van
het plein te komen. Tot nog toe valt dat gelukkig nogal mee, want als
er ergens een auto geparkeerd staat, kan men er niet meer door. Het
geeft nadrukkelijk aan, dat daar de parkeervakken zijn en hij denkt
dat er veel minder schade zal zijn en ook veel netter is dan in het
verleden. Hij wil zeker niet, dat ze er weer uitgehaald worden omdat
ze geen effect zouden hebben, want ze hebben wel degelijk effect.
In de tweede termijn reageert raadslid Joosen, dat hij nog niet zo
overtuigd is. In het begin moesten er al paaltjes komen, en toen nog
een keer, en nu weer de varkensruggen (ezelsruggen, zegt hijzelf). Hij
wil weten, wie er verantwoordelijk voor is, dat er zoveel fouten zijn
gemaakt. In de Hoolstraat staan bijvoorbeeld nu weer de lantarenpalen
midden op het voetpad staan. En hij weet wel, dat het college daar
geen schuld aan heeft, maar wie dan wel? Straks moet dat er allemaal
weer uit. Bij hem voor de deur hebben ze een lantarenpaal neergezet,
weggehaald, en weer teruggezet. En de mensen, die dat doen, zeggen: we
werken volgens tekening. Wie is daar dan verantwoordelijk voor?
De voorzitter geeft aan, dat het raadslid enkele zaken door elkaar
haalt. Als er fouten zitten, dan worden die hersteld. Fouten, die niet
te voorzien waren. Want iedereen is met de paaltjes akkoord gegaan in
de raad. In de praktijk blijken die paaltjes niet te voldoen; dan
worden er dus wijzigingen aangebracht. Daartoe is ook besloten en
daarmee is de discussie gesloten. En lantarenpalen die verkeerd staan,
worden zó gezet, dat het voetgangersgedeelte te gebruiken is zodanig,
dat er een invalidenwagen gebruikt kan worden. Op het ogenblik staan
er nog enkele lantarenpalen verkeerd en dat wordt dus verholpen. En
dat kost ons geen cent.
Wanneer dus een besluit is genomen, en het blijkt, dat die oplossing
niet voldoende is, dan wordt er een wijziging aangebracht, die betaald
moet worden door degene, die dat besluit heeft genomen, in casu de
raad van de gemeente Teteringen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
22Voorstel tot het vaststellen van het "Sociaal statuut voor de samen
voeging van de gemeenten Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Teteringen en
Breda"
Raadslid Van Casteren merkt op, dat er een structuur is voor lokaal
georganiseerd overleg. Dat is in deze buiten de besluitvorming geble
ven. Mogelijk had dit toch een instrument kunnen zijn tot enige terug
koppeling naar de raad. Heeft het college daarvoor een uitleg waarom
dit niet gebeurd is?
De voorzitter antwoordt, dat op het moment dat de herindeling begon te
lopen, besloten is, dat het plaatselijk georganiseerd overleg niet
meer zou functioneren, maar zou worden overgenomen door het Bijzonder
Georganiseerd Overleg, waarin ook weer de werkgevers- en werknemers
vertegenwoordiging in zit, om dat allemaal weer congruent te laten
verlopen, want als dat per gemeente wordt gedaan, waardoor weer
verschillende wensen, uitgangspunten of bepalingen ontstaan, dan moet
dat allemaal weer gladgestreken worden. Vanuit de colleges is iemand
benoemd in de werkgeversvertegenwoordiging, en op zeer ruime schaal
werknemersvertegenwoordigingen, waarbij praktisch iedereen, die in het
plaatselijk BGO-overleg zat, ook in het Bijzonder Georganiseerd
Overleg weer is opgenomen.
Raadslid Van Casteren heeft gisteren ook betoogd, dat het hele herin
delingsproces niet uitblinkt door democratische besluitvorming. En dat
bedoelt hij ook een beetje met zijn vraag. Er zal ongewijfeld uitste
kend werk verricht zijn, maar hij constateert, dat in de diverse
overlegplatfoms erg weinig gekozen vertegenwoordigers zaten en dat