-35- Om onze scepsis over het realiteitsgehalte c.q. de realiseerbaarheid van met name de voorgestelde landschappelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk weg te nemen, hebben wij getracht aan het vaststellen van de Structuurvisie een zekerheidsstelling te verbinden omtrent integrale realisatie van het plan Wij constateren, dat het gemeentebestuur van Breda daartoe niet genegen blijkt te zijn en in dit kader volstaat met een té afstandelijke opstel ling. De portefeuillehouder ruimtelijke ordening c.a. van de provincie Noord-Brabant biedt wat dat betreft, met zijn brief van 31 oktober 1996, een meer -naar vermogen gerekend- inspannend bestuurlijk perspectief terwijl dat in beginsel van de gemeente Breda mag worden verwacht. Dit leidt voor ons tot de conclusie, dat er een gebrek aan garantie op tafel ligt ter uitvoering van de dragers uit de structuurvisie, die op grond van het vorenstaande eerder als sluitstukken van het plan zijn aan te merken. Een dergelijke, omgekeerde benadering van de structuurontwikkeling achten wij niet acceptabelDaardoor ontstaat er (te) grote onzekerheid over een integrale uitvoering van het plan, hetgeen een uitermate belangwekkende constatering is in relatie tot het te nemen besluit. Daarenboven blijkt inmiddels tevens, dat het college van burgemeester en wethouders van Breda -op advies van de raadscommissie Stedelijke Ontwikke ling- op 5 november jongstleden besloten heeft de planningsopgave woning- bouwontwikkeling uit het provinciaal Uitwerkingsplan Stadsregio Breda (SRUP) volgens eigen inzicht neerwaarts bij te stellen. Immers, bij het Bastionmodel voor de noordelijke bebouwing van de Haagse Beemden is het aantal woningen uit het model met een derde deel verminderd. Wij komen naar aanleiding daarvan tot de gevolgtrekking, dat de planningsopgave woning- bouwontwikkeling uit het SRUP -zoals weergegeven op blz. 44/45 van dat plan- qua aantallen woningen niet locatiegebonden hoeft te worden geïnter preteerd, doch bij de feitelijke realisatie van die aantallen een variabele stadsregionale spreiding mogelijk is in welk verband er gebruik gemaakt kan worden van de flexibiliteitsmarge van 4.400 woningen, zoals die door de provincie in de plantekst is aangegeven. Een en andermaal is door ons betoogd en met motieven ondersteund, dat de eigenheid en identiteit van het huidige Teteringen het niet verdraagt dat er in een relatief bezien zeer korte tijd van een paar jaar 3.000 woningen aan het bestand -van amper 2.300 woningen, die in tweehonderd jaar tijd tot stand zijn gebracht- worden toegevoegd. Wij achten de tijd rijp om daar in relatie tot de voorliggende structuurvisie nogmaals een harde uitspraak over te doen. Wij vinden de realisatie van een aantal van 2.000 woningen, waarvan er 1.500 aansluitend aan de Teteringse bebouwingsrand zijn te situeren in een woningdichtheid én een bebouwingslaag die het landelijk en open karakter van het dorp geen geweld aandoet, meer dan voldoende! De aftrek van circa 1.000 woningen kan binnen de flexibiliteitsmarge worden opgevangen c.q., indien zulks nu of in de toekomst noodzakelijk mocht worden geacht, elders binnen de Stadsregio Breda worden gerealiseerd. Tevens vinden wij het noodzakelijk, dat het woon-zorgcomplex Zuiderhout geïntegreerd wordt in een tot ontwikkeling te brengen bouwlocatie, teneinde een al te zeer geïsoleerde leefsituatie van de woongemeenschap aldaar te voorkomen Alles overziend kunnen wij ons verder niet verenigen met de thans voorge stelde bebouwing in de hoek Groenstraat/Hoeveneind (te weten de deellocatie "Het Poldervenster")Met name de op die plaats geprojecteerde woningcom plexen doen in onevenredige mate afbreuk aan het zicht op en de landschap pelijke waarden van het open poldergebied De Lage Vucht Verder moet nog afgewacht worden -en de Structuurvisie "Bouwen aan het Landschap" blijft daar op het gebied van de beleidsmatige onderbouwing in ernstige mate in gebreke- of de voorgestelde ontsluitingsstructuur en de bijbehorende verkeerstechnische voorzieningen (zoals opgesomd in bijlage 5 van het rapport) realiseerbaar zijn. Zij zullen, voordat de bouwlocatie op enigerlei wijze ontwikkeld gaat worden, definitief en goed onderbouwd uitgewerkt moeten worden om een adequate oplossing te bieden aan voorzien bare verkeersproblemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 35