gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 1996;
gelet op de artikel 22 6 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 1997.
Artikel 1 Voorwerp van de belasting
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter
zake van het houden van een hond binnen de gemeente
Artikel 2 Belastingplicht
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een
hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
3Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt
als het houden van een hond door een door het college van burgemeester
en wethouders aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
1. die dienen ter waarschuwing van alleenwonende doven, waarvan uit een
medisch advies blijkt dat de houder doof is;
2. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
3. die door de "Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland" als
gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
4. die in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de "Stichting Konink
lijk Nederlands Geleidehonden Fonds" en de "Stichting sociale honden
voor gehandicapten Nederland" in opleiding zijn als respectievelijk
blindengeleidehond en gehandicaptenhond;
5. die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke
inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de
Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);
6. die door politie-ambtenaren met toestemming van de corpschef van de
politie regio Midden en West Brabant worden gebruikt bij de uitoefening
van hun dienst of met diens toestemming in dressuur zijn;
7. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder
met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbe
scherming
8. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moeder
hond worden gehouden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven per hond.
Artikel 5 Belastingtarief
1. De belasting bedraagt per belastingjaar:
a. voor een eerste hond
b. voor elke volgende hond
2. In afwijking inzoverre van voorgaande lid bedraagt de
belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn ge
registreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied
in Nederland per kennel, per belastingjaar
73,20
133,10
219,60