Artikel 12 Verzending van aanslagen
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de terpost
bezorging of uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste
lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de betrokken in artikel
212, tweede lid, van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) bedoelde gemeenteamb
tenaar een andere ambtenaar in de plaats treedt
Artikel 13 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet
inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221) dan wel bedoeld of van toepassing verklaard
in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeen
tewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethou
ders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.
Artikel 14 Rente
1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorde
ringsrente vindt toepassing op de invordering van de hondenbelasting.
2. De Ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet
1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 1994",
goedgekeurd bij besluit van het college van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant, dd. 29 december 1993, nr. 280943, wordt ingetrokken met
ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing,
met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten
die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die
van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1997.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting
1997"
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
2 8 november 1996.
De raad voornoemd,
secretaris
voorzitter