17
hiervoor geconstateerd te kort in de Administratie van
wijlen den Directeur Janssen, behalve tegen diens erfge
namen eene Actie tegen:
1. den heer Gerardus Van Alphen voor f 3000
2. den heer Petrus Adrianus Johannes Van
den Brink voor - 4000
3. den heer Victor Petrus Michel Stephanus
Leurs voor - 3000
4. Mejufvrouw Anna Barbara de Pineda
weduwe van den heer Willem Van Kee-
ken voor - 2000
en strekt het advies der Commissie, dat de Raad een
Advocaat-Procureur zal benoemen om in overleg met
Burgemeester en Wethouders het verschuldigde, hetzij in
der minne, hetzij desnoods in rechten in te vorderen.
BREDAden 9 April 1887.
J. H. VAN MIERLO.
A. PELS RIJCKEN.
M. VAN DAM.
Mr. E. DE MAN Ez.