E IJ L A G E N behoorende tot de Raadszitting
van den 9. April 1887.
Do Coinmissio van de Rechtsgeleerde Leden van
den Raad in de Raadsvergadering van 6 December
S886 benoemd in wier handen is gesteld het verslag
der Raodscommissie die bij bet inventariseeren der
Bank van Leening te Breda heeft gcadsislcerd om
uil gemeld varslag conclusiën te trekken:
1°. over den toestand dier Bank van Leening,
2°. advies uit la brengen omtrent de rechten en
verplichtingen van Gemeente en Bank, zoowel legen
over elkander als ten aanzien van derden.
Heeft na gezegd Rapport en de ante Acta te hebben na
gegaan de eer te rapporteeren
1°. Omtrent den toestand der Bank.
Dat uit gemeld verslag gegrond op den Inventaris den
iOde September 1886 en volgende dagen opgemaakt en den
20slen October 1886 gesloten door den notaris Steins
Bisschop te Breda naar gelang de zegels door den Heer
Kantonrechter zijn opgeheven blijkt, dat aanwezig zijn be
vonden 8217 panden, waarop was beleend eene somma
van 24896
en een saldo in kas ten bedrage van - 896,04
en alzoo te zamen ƒ25792,04
behoudens de loopende renten der geleende sommen terwijl
de kas der Bank was schuldig
Aan borgtochten in geld gestort door den Directeur, in
zijne hoedanigheid van Schatterde Secretaris en pandbe-
waarder elk ƒ1000 maakt ƒ3000, melde loopende renten
ad vijf (en honderd.
Het door de gemeente verstrekte crediet ad 25.000.
Vcrloopen renten tol ultimo December 1885 1249.10
en de loopende renlen,.