Herhaaldelijk werd door de Hooge Regeering bij don
Sledelijkcn Raad er op aangedrongen dat do intereststandaard
zoude worden verminderd, doch het advies van de Com
missie van Administratie was daar tegen; zie onder anderen
in de notulen van 22 Januari IS 10 eene concept missive
aan gemelden Raad, [waarin er op'wordt gewezen, dat de
kosten van aankoop en eerste inrichting der gebouwen met
het materieel reeds toen niet minder dan f 1 1.8-43,37s heb
ben bedragen, terwijl daarentegen de reëole waarde uit den
aard der zaak aanmerkelijk minder is en dus dit mindere
uit de overwinsten der Bank eventueel behoort te worden
gedekt, terwijl de bekrompenheid der localen ook wellicht
eene vergrooting zullen onvermijdelijk maken.
Dit belette echter niet (zie notulen van 1 9 Aug. 1 8 40)
dat het Stedelijk Bestuur berichtte, dat door Z. M. daarin
was gedifficulteei'd, doch dat wanneer de Raad eene nadere
voordracht deed om de interessen voor de eerste drie jaren
te rekenen van 1 April 1840, te stellen op 14 percent be
neden de f 200 en op 12 percent voor die van f 200 en
daarboven, zoodanige voordracht zoude worden ingewilligd
en de Raad had vermeend om het stellige dezer kennisge
ving daarin le moeten toetreden.
Deze interest weid niettegenstaande verzet bij Koninklijk
besluit van 17 Maart 1840 (zie notulen 10 Juni 18 46) terug
gebracht op 13 percent beneden de f 200 en 12 percent
voor f 200 en daarboven en bij Koninklijk besluit van 30
October 1S49 (zie notulen van 15 December 1 849) op 12
percent van allo belecningen zonder onderscheid, en bij Ko
ninklijk besluit van II October 1869 op tien percent en bij
Koninklijk besluit van 20 December 1872 op 9 percent voor
den tijd van drie jaren, welke rentestandaard echter, na
verloop van den termijn bij Koninklijk besluit van 20 Januari
1870 weder is teruggebracht op tien percent vooralle panden.
Alle deze en verdere handelingen betreffende de Bank zijn