Sleeds geschied door den Sledelijken Raad en dc Commissie
van Administratie der Bank heeft zich strikt bepaald lot
enkele daden van beheer, zonder eenige daad van eigendom
te verrichten en heeft zich dus steeds gedragen als lastheb
ber van den Raad als vertegenwoordiger der Gemeente.
Nog meer voorbeelden zijn daarvan te vinden als onder
anderen t°. (zie notulen van 5 Mei en 28 Aug. en 2!)
September 1830) de correspondentie met het Bestuur der
Registratie omtrent het gratis viseren voor zegel en gratis
registreren der verkooplngen van de Bank van Leening wordt
niet door de Commissie, maar door Burgemeester en Wet
houders gevoerd.
2°. op de panden van den vorigert pachter den Heer Van
Reulh overgenomen was bij verkoop een te kort van f 365,92.
De Heer Van Reulh wordt door de Commissie aangeschre
ven maar toen hij daaraan niet voldeed, wordt (zie notulen
van 9 Mei 1832) die zaak aan de uitspraak van den Ste
delijken Raad onderworpen met verzoek van Hun Ed. Achlb.
goedvinden bericht te dier zake te erlangen, ten einde zich
dienovereenkomstig te kunnen gedragen.
Blijkens notulen van 14 Augustus 1832 besluit de Read
den 12den Mei 1832 den Heer Van Reulh als gewezen pachter
der Bank aan te schrijven, binnen den tijd van eene maand
aan haar uit te betalen de som van f 365,92 met ver
zoek aan de Commissie na verloop van gezegden termijn
te berichten of daaraan is voldaan.
De Commissie bericht dat daaraan niet is voldaan cn voegt
er bijlatende zij het aan UEd. meer verlicht oordcel over
om diensvolgens de noodige maatregelen te beramen, of
demarches te doen ten einde tot eene eindelijke afdoening
te gerakenwordende door den Raad bij missive van den
I 5den November 1834 (zie notulen van den 24 Jan. 1835)