11
hunne benoeming geschiedt derhalve door den burgemeester als
hoofd der politie, die daarom ex officio de plaatsvervangers aan
wijst. Dat de plaatsvervanger dezelfde bevoegdheid bezit wordt
verduidelijkt door art. 177, 6^ regel.
Met de redactie, door den heer Reigersman voorge
steld, meer bijzonder met het woord iemandkan de
commissie zich niet vereenigen.
Uit hetgeen volgt, zal blijken dat de commissie even
min kan méégaan met het voorstel van den heerRoM-
uouTS om de laatste alinea van art. 175 geheel te doen
vervallen
De geschiedenis van de kwestieuze alinea, die eveneens
in het artikel der bestaande verordening voorkomt, is
deze
In art. 177 (waarheen ook de heer Rombouts ver
wijst) volgen achter het woord «keurmeester de woorden
«of degenen die hem vervangendiezelfde woorden
hadden derhalve ook in art. 175 op het woord «keur
meestermoeten volgen.
Daar dit woord «keurmeesterechter driemaal in art.
175 voorkomt en derhalve de woorden «of degenen die
hem vervangenook driemaal herhaald hadden moeten
worden, heeft men, om dit te vermijden, de gedachte
dat telkens waar van keurmeester gesproken wordt ooi
bedoeld worden «degenen die hem vervangen", willen
uitdrukken door de quaestieuze slotalinea.
De commissie zou er geen bezwaar tegen hebben
conform het voorstelRombouts die geheele alinea te
doen vervallendoch acht dit thans, nu art. 177 eenmaal
is aangenomen, niet meer wenschelijk, ten einde den
pas af te snijden aan een argumentum a contrario.
Naar aanleiding van eene opmerking van den heer
Verschraage (zie lste Rapport) heeft de commissie
zich laten verleiden aan de slot-alinea toe te voegen,
door welke autoriteit in die vervanging wordt voorzien.
Na de gevoerde discussie moet de commissie echter
op deze concessie terugkomen en voorstellen de slot
alinea aan te nemen, zooals ze in het aan den Raad
ingediende ontwerp voorkomt.
Immers de commissie herhaalt wat zij in haar eerste
rapport stelde: