23
»De conducteurs zijn verplicht alle voorwerpen in de rijtuigen
achtergelaten, oogenblikkelijk na afloop van den rit aan het
bureel der administratie van de tramonderneming te bezorgen"?
De heer Oukoop stelt voor in den 2<ien regel vóór de woorden
//in de rijtuigen achtergelaten" te plaatsen //te Breda."
De commissie merkt ten aanzien van deze voorstellen
op, dat het van zelf spreekt dat de verordening alleen
geldt voor 't geen op het grondgebied der gemeente
Breda geschiedt en alleen spreekt over de gemeente
Breda. Het kan derhalve h. i. geene vraag zijn, welk
politiebureau bedoeld wordt en is eveneens overbodig
//te Breda" in te lasschen.
De commissie ontkent niet, dat bij de vervolging van
eene eventueele overtreding der bepaling, uithoofde van
den intercommunalen werkkring der onderneming, moei
lijkheden kunnen rijzen, doch deze zouden door aan
neming van het amendement—Scheltus juist vermeer
deren, omdat het bureau der administratie van de
Ginnekensche tramonderneming niet te Breda gevestigd is.
Art. 64.
De heer Scheltus geeft weêr met het oog op het inter
communale in overweging aan dit artikel toe te voegen:
//Ieder conducteur moet in dienst bij zich hebben een door den
commissaris van politie gewaarmerkten afdruk van dit hoofdstuk.//
Der commissie komt dit voorstel met het oog op de
verplichte aanwezigheid in de rijtuigen van een voor
een iegelijk, zonder iemands hulp of tusschenkomst,
leesbaren afdruk van dit hoofdstuk, overbodig voor.
Art. 65.
De heer Scheltus stelt voor hiervoor te lezen
//liet is verboden, anders dan met toestemming van het be
stuur der onderneming, van de spoorstaven en wissels gebruik
te maken tot het vervoer van karren, rij- of voertuigen.//
Zooals artikel 05 nu luidt geeft het als 't ware een recht
aan alle voertuigen, behalve aan die welker wielen van flenzen
voorzien zijn. Dat is dunkt mij onbillijk, omdat men een recht
geeft op iets, de spoorstaven, dat aan een derde behoort. Het
gebruik maken van de spoorstaven doet een ongerechtvaardigde