25 gebruiken als iederen straatsteen. Immers één wiel zal dan toch steeds op den spoorstaaf kunnen worden gebracht. Ten slotte meent de commissie toch billijkheidshalve, tegenover de klacht van den voorsteller te moeten wijzen op het inderdaad niet geringe ongerief en nadeeldat het aanwezig zijn der spoorstaven, gelijk overbekend is, den houders van rijtuigen berokkent, en dat stellig naar het oordeel der commissie niet geëvenaard wordt door de schade die een enkele handwagen die over de tramrails wordt voortgestuwd, misschien kan veroor zaken. Art. 77. De heer Scheltus vraagt: Waarom die uitzondering waar door en nu wettelijk bestendigd zal worden die vuile en ongepaste toestand bij en om de woningen van die hoveniers. Verplicht ook die menschen den inhoud hunner privaten naai de mestvaalt te doen brengen en, wil men hun dan wat te gemoet komen, bepaal dan dat tegen mesttijd ieder hunner eene zekere hoeveelheid mest om niet aan de mestvaalt kan bekomen. Tenzij in anderen zin overtuigd, zou ik de artt. 77 en 78 willen zien vervallen. Hoe gaarne de commissie ook met den voorsteller zou willen medegaan, meent zij toch dat het niet aan gaat hoegenaamd geen rekening te houden met eenen sedert lange jaren te Breda bestaanden en zeer bloeien- den tak van bedrijf en door zulke strenge bepalingen als de voorsteller wil, een groot deel der bevolking, dat dien tak van bedrijf uitoefent, als 't ware uit de bebouwde kom en dus, want dit staat waar 't Breda geldt daarmede gelijk, uit de gemeente te verbannen. Het door den voorsteller in overweging gegeven expe dient, zal, naar het oordeel der commissie, niet vol doende zijn. Art. 86. De heer Scheltus stelt voor, na het woord //slaan» te doen volgen: //dan op plaatsen door burgemeester en wethouders aan te wijzen// en alzoo de woorden //tenzij» tot en met //wijzen» te doen vervallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 25