26 De bedoeling van het door de commissie ontworpen artikel is, dat, telkens wanneer van elders meststoffen worden aangevoerdvergunning zal moeten verkregen zijn om te mogen lossen en bij die vergunning de plaats waar gelost mag worden zal worden aangegeven. De commissie acht de bepaling, zooals ze door het voorstel van den heer Scheltus zou worden gewijzigd, te eng. Immers, volgens die bepaling zou op plaatsen door burgemeester en wethouders aangewezen steeds zonder vergunning mogen worden gelost en op andere plaatsen zelfs met vergunning nooit-, dit acht de com missie niet wenschelijk. Art. 87. De heer Scheltus stelt voor: de woorden na //houden// te doen vervallen. Zooals nu het artikel luidt zou het mogelijk kunnen zijn dat te eeniger tijd Breda weêr meer varkens huis vestte dan voor de openbare gezondheid wenschelijk is. De commissie meent, op de gronden bij art, 77 ont wikkeld, zich tegen het voorstel van den heer Scheltus te moeten verklaren. In de noodzakelijke vergunning en daaraan te ver binden voorwaarden zijn, naar 't oordeel der commissie, voldoende waarborgen gelegen dat aan de openbare gezondheid geen schade zal worden toegebracht. Art. 88bis. De heer Oukoop stelt voor tusschen de artt. 88 en 89 in te voegen een additioneel artikel luidende: //Het is verboden kippen of ander pluimgedierte op den openbaren weg te laten losloopen.// De commissie kan zich met het voorstel van den heer Oukoop vereenigen, doch stelt voor in plaats van die bepaling in een afzonderlijk nieuw artikel op te nemen, haar, even als in 't oorspronkelijk ontwerp 't geval was, toe te voegen aan het slot van art. 88 en dan achter //wethouders// te lezen //alsook kippen en ander pluimgedierte op den openbaren weg te laten losloopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1894 | | pagina 26