7
«Woensdag of» in den voorlaatsten regel moeten ver
vallen.
Art. 49.
De heer Rombouts stelt voor aan dit artikel toe te voegen
als 2' alinea:
//Eveneens is het verboden stof of vuilnis afwerpende voor
werpen schoon te maken of uit te kloppen tegen of voor den
muur, het hekdeur of raam van een ander.
De voorsteller zegt:
Zooals de commissie zal bemerken, heb ik mijn primitief
voorstel aangevuld met de woorden schoon te makenhoudende
zoodoende meer verband met de Ie alinea; of in plaats van de
woorden aan het slot tan een ander eene andere omschrijving
juister is durft de ondergeteekende als niet-jurist niet beslissen,
wel mag ik het onder uwe aandacht brengen dat dit verbod
als toevoeging is voorgesteld door de commissie voor het ont
werpen der verordeningen tegen wier overtredingen straf is be
dreigd te Nijmegen, en aldaar in de verordening is opgenomen.
Mijns inziens zit er ook een logisch verband in dat waar men
in art. 43 het reinhouden oplegt, men ook tevens waakt dat
een ander het gezuiverde niet met opzet verontreinigt.
Opnieuw erkennendedat het denkbeeld ten grondslag
liggende aan het voorstel van don heer RoMBOUTS,ook
aan de commissie niet onpraktisch voorkomt, moet zij
echter tevens opmerken, dat hare bezwaren tegen de
redactie van het voorgestelde artikel niet zijn opgeheven.
De slotwoorden „van een ander" geven inderdaad,
naar de commissie vreest, tot allerlei moeielijkheden
aanleiding.
In de meest voorkomende gevallen, immers in die,
waarin het huis niet het eigendom is van den bewoner
en in die, waarin het uitkloppen of schoonmaken door
dienstboden geschiedt, zou de bepaling steeds over
treden worden, terwijl daarentegen de eigenaar van
het naast zijne woning gelegen, door hem aan een
ander verhuurde huis, tegen de bedoeling stellig van
den heer Rombouts in, zijne karpetten enz. straffeloos
vóór dat huis zou kunnen uitkloppen.
De commissie stelt daarom voor art. 49 te lezen als
volgt