10
wethouders verleende recht van dispensatie, dat alleen
voor gevallen van hooge uitzondering gegeven is, regel
wordt, acht zij het doelmatiger, het verbod niet uit
te strekken tot de bestaande gebouwen.
De commissie stelt derhalve voor, aan het artikel
eene nieuwe alinea toe te voegenluidende
//Bij wederopbouw van bestaande gebouwen, gelegen
aan stratengangen of sloppen van ten minste 5 M.
breedte, is deze bepaling niet toepasselijk."
Waaraan het is toe te schrijven dat de heer Scheltus
dit artikel niet begrepen heeft, is der commissie een
raadsel. De slotwoorden stellen toch buiten twijfeldat
hier niet van verticale diepte sprake is.
Art. 15.
De heer Scheltus merkt op:
Volgens de redactie zouden mestputten, welke niet boven
den beganen grond zijn opgetrokken, wel verhoogd mogen
worden. Is dat de bedoeling? Zoo neen, dan is omwerking
noodzakelijk.
De bedoeling, dat niet boven den beganen grond op
getrokken mestputten wèl zouden mogen verhoogd
worden, schijnt alleen uit het artikel te kunnen worden
gehaald door middel van het altijd zeer gevaarlijk
argumentum a contrario, dat niet altijd steek houdt.
Intussclien, om allen twijfel weg te nemen, geeft de
commissie in overweging, de tusschen haakjes ge
plaatste woorden weg te laten.
Art. 10.
De heer Scheltus stelt voor, in plaats van //naar buiten»,
te stellen //over den beganen grond".
De commissie vereenigt zich met dit voorstelde
woorden //aan de straatzijde// moeten dan echter ook
vervallen.
Voorts geeft de commissie in overweging de 2<ie
alinea te lezen als volgt
zijn uitgezonderd de tot uitgang voor het publiek
bestemde deuren van enz.»